Een vader, op blote voeten en in een badjas op het schoolplein. Deze herinnering komt meermaals terug in Nu ik je zie, een voorstelling gebaseerd op het gelijknamige boek van Merlijn Kamerling, verteld door Soy Kroon.

Op elfjarige leeftijd verliest Merlijn Kamerling zijn vader Antonie, die zelfmoord pleegt. Zelf heeft Merlijn weinig herinneringen aan zijn vader. Hij kent de bekende acteur vooral uit de media. Wanneer hij in de twintig is, gaat Merlijn op zoek naar zijn vaders echte identiteit: hij gaat langs bij familieleden, vrienden, doet onderzoek om erachter te komen wat voor man zijn vader nou eigenlijk was. Dit werd het boek Nu ik je zie, wat in regie van Benno Hoogveld nu naar het theater is gebracht.

De voorstelling is een monoloog, maar acteur Soy Kroon vertolkt veel rollen. Als de zoekende Merlijn gaat hij met allerlei mensen in gesprek, zoals Merlijns oma, een vriend van zijn vader, en zijn moeder. In het begin zijn de wisselingen tussen de personages nogal vaag: het is niet meteen duidelijk wanneer Kroon Merlijn vertolkt en wanneer hij iemand anders moet voorstellen, wat veel aandacht vereist. Dit wordt gedurende de voorstelling steeds duidelijker, doordat Kroon grotere wisselingen maakt in speelstijl. Bij ieder personage verandert hij zijn stem, houding en gebaren.

Als elfjarig kind je vader verliezen, heeft veel invloed op je eigen identiteit, zeker als je nauwelijks iets van hem kan herinneren. Kroon neemt ons mee in een achtbaan van emoties, waarbij aanvankelijk vooral opgekropte frustraties de overhand lijken te nemen. De acteur loopt onrustig over het podium, herhaalt een routine van sit-ups, opstaan, grijpen naar een biertje of sigaret, dan weer push-ups, of liggen op het podium terwijl hij het publiek in staart. Hij doet verwoede danspogingen op club-muziek, om vervolgens weer op de grond te liggen, of zijn kleine routine te herpakken. Het soms totale gebrek aan emotie in zijn stem geeft een extra lading.

De gevoelens zijn ook volkomen te begrijpen. Als uitleg waarom zijn vader zelfmoord heeft gepleegd, vertelt zijn moeder dat dit door een gebrek aan een bepaald stofje in zijn hoofd komt. Hierdoor was hij ongelukkig. Zijn vader kon er dus helemaal niets aan doen. Maar als je niemand de schuld kan geven, is het misschien nog lastiger voor een kind, zeker op zo’n jonge leeftijd.

Naar het ontbrekende stofje wordt verwezen in het decor van Mike den Ottolander: vanaf het begin hangt er een doek met MRI-scans van hersenen, die Kroon geagiteerd wegrukt en in een vuilniszak stopt na de uitleg van de moeder. Zeven staande roosters op het toneel hebben iets weg van een raam. In het begin staan ze op een rij naast elkaar, waardoor Kroon wordt afgeschermd van het publiek. Ze voelen als tralies waarachter Merlijn gevangen is.

Als hij begint met het verzamelen van verhalen over zijn vader, breekt Merlijn/Soy de roosters open. Dan staan ze als lijsten door de ruimte verspreid, met blaadjes erop geplakt met getuigenissen. De gevangenis is omgetoverd tot een expositie over het leven van zijn vader.

Door alle gesprekken die worden gevoerd over zijn vader, ebt de frustratie steeds meer weg. Er komt ruimte voor begrip, en vooral voor andere herinneringen dan die van de man die in zijn badjas op het schoolplein stond. ‘Ik krijg er elke keer een andere vader bij’, zegt Merlijn na het lezen van tweets, het zien van interviews of films met zijn vader, en de versies van zijn vader die zijn moeder, oma en vrienden erin herkennen. Via zijn vaders twitter leest hij over diens perspectief, zelfs over zijn herinneringen aan zijn zoon.

Hoe meer mooie en goede herinneringen bovenkomen, hoe vloeiender en lichter de speelstijl van Kroon wordt. Hier zitten de meest krachtige momenten van de voorstelling. De eerdere agitatie bracht een gehaaste speelstijl met zich mee, maar hier speelt Kroon ontzettend mooi met stiltes.

Kroon laat absoluut indruk achter met zijn vertelling van Merlijn Kamerlings verhaal. Hij houdt de aandacht de hele voorstelling vast en dat is te danken aan zijn overtuigende manier van spelen. Het eenvoudige decor past hier goed bij, want dit verhaal is al beladen genoeg. Nu ik je zie is een mooie zoektocht naar identiteit, waar gelukkig ruimte is voor alle soorten emoties, die door Kroon allemaal binnenkomen.

Foto: Annemieke van der Togt