Of Toon Hermans werkelijk zijn oudoom is? Ik zou het niet met zekerheid durven zeggen. Bij iemand die in zijn terugblik op 2018 de elfstedenzwemtocht van Maarten van der Weijden laat aanmoedigen door hordes Mata Hari’s, tientallen dravende paarden en ‘Maarten, Maarten’ roepende Grutto’s moet je de waarheid af en toe met een korreltje zout nemen. Of liever: die moet je serieus nemen in zijn ongebreidelde fantasie en zijn absurde gedachtesprongen.

De jonge acteur Karel Hermans neemt in zijn theatersolo Nonférence een aantal gebeurtenissen van het afgelopen jaar tot uitgangspunt voor een reeks absurdistische scènes. Nee, met een oudejaarsconference heeft deze voorstelling inderdaad niets te maken. Hij beperkt zelfs het terugblikken niet tot 2018.

Neem nu die krankzinnige scène waarin hij ‘zijn oudoom’ Toon Hermans persifleert. Uitgangspunt voor die scène is de beroemde monoloog van Toon over Snieklaas. ‘Schijnheilige. Ik mag hem nie die man. Een onsympathiek individu. En die knecht vind ik ook een zak.’ In dezelfde karakteristieke pose waarmee Toon zijn conference hield (licht onderuit gezakt op een stoel, rechterarm over de microfoonstandaard, getuit mondje) doet Karel de zijne. Maar nu krijgt Toon zelf onderuit de zak. En hoe! Karel zet hem neer als een tiran met een drankprobleem die elk familiefeestje tot een hel maakt.

En zo worden meer mensen het onderwerp van Hermans’ non-conformistische aanpak. Wat werkelijk gebeurd is en wat ontsproten is aan zijn brein lijkt er niet toe te doen. Net als de paarden in De stormruiter slaan zijn gedachtes af en toe op hol. En, zoals hij memoreert in zijn voorstelling, net als tijdens de première van dat grootse spektakelstuk kan er dan soms eentje struikelen.

In de uiterst soepele regie van Eelco Venema vergroot Hermans uit en laat ontsporen, springt van de ene scène naar de volgende. Onnavolgbaar soms, maar de hele tijd met een bewonderenswaardige controle. Hier staat een compleet acteur die zowel kan paaien als ontroeren, hilarisch kan zijn én kwetsbaar. Zijn fantasie laat hem het ene moment de liefde bedrijven met Ira Judkovskaja, de scheidende artistiek leider van Tryater, in haar datsja, om het volgende moment zijn angst voor de dood met ons te delen.

Want onder al die gekte van Hermans, waarbij hij zichzelf als theatermaker ook behoorlijk te kakken zet, golft voortdurend een onderstroom van twijfel over het bestaan. Hij begint zijn solo met de herinnering aan een rebirthing-therapie die hij een jaar geleden gevolgd heeft en doorheen de voorstelling zijn er telkens verwijzingen naar zijn angst voor de dood en een spirituele ervaring die hij heeft opgedaan.

Als hij aan het slot van Nonférence langzaam naar de nok van het theater lijkt te zweven (het tuigje dat aan de kabel is vastgeklikt had hij nog van de voorstelling Het heilige hert van Cambuur) is de balans weer hersteld. Hoog boven het aardse gekrakeel ligt hij vredig te hangen, de armen hoopvol ten hemel geheven. Klaar om gereinigd weer neder te dalen. En zich hopelijk op te maken voor een volgende solovoorstelling.

Foto: Moon Saris