‘Geen woorden maar daden’ is voor Nederlanders wellicht meer bekend als een voetbalslogan, maar het is ettelijke jaren een vaak gebruikte leuze geweest in de sociale strijd van de arbeiders voor beter werkomstandigheden, meer loon, een betere wereld. De socialisten in Antwerpen nemen de slogan als hun strijdleuze bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober aanstaande.

Voor Braakland/ZheBilding, de curator van het festival Theater aan Zee, zijn woorden echter ook daden: taaldaden. Ook kunnen woorden een wapen, een middel zijn in de strijd voor een betere wereld, een middel om mensen bewust te maken. Maar daarna moet er dan wel iets gebeuren, iets gedaan worden.

Veel theater dat we dezer dagen op TAZ in Oostende meemaken getuigt, ook zeker bij de jonge makers, van een maatschappelijk engagement. Persoonlijke anekdotes worden in een maatschappelijke bedding geplaatst. Hun theater beperkt zich niet tot navelstaarderij. (Dat wil niet zeggen dat er geen ‘vrijblijvend’ stuk op het festival te zien was). Persoonlijke verhalen groeien uit tot het aanklagen van de mediadruk op ons leven. Je lijkt slechts te bestaan als er een camera aanwezig is. Je kunt je misschien niet veilig voelen in de multiculturele wereld, maar je kunt er wel wat aan doen.

Braakland/ZheBilding legde met Hebzucht de mechanismen van het kapitalisme bloot, en bekijkt  met Hitler is dood de Neurenbergprocessen vanuit een actueel perspectief. Voor andere theatermakers moeten persoonlijke ziektes en lijden  een maatschappelijke oplossing en verlossing krijgen.

In Oostende wordt er veel theater gebracht waarin het persoonlijke en het maatschappelijke elkaar vinden in een artistieke vorm die boeit, fascineert, die je laat genieten, die ontroert, die overtuigt. Maar toch, het zijn (blijven?) woorden. Of zijn ze meer, zijn ze taaldaden?

Maak die taaldaden dan concreet en echt, zo lijkt de Egyptische kunstenares Laila Soliman (regisseur en toneelschrijfster) te willen zeggen. Theater kan volgens haar als geen andere kunstvorm emanciperen en verborgen emoties zichtbaar maken. En dat doet ze samen met haar partner, Ruud Gielens (theatermaker, vroeger bij Union Suspecte en KVS) en een groepje politiek geëngageerde artiesten uit Caïro. Haar stuk ging op TAZ in première. No time for art bestaat uit twee luiken. Het eerste luik begint met nieuwsbeelden van de officiële Egyptische televisie. Leger en politie worden er als bevrijders getoond. Zij laten het verkeer weer rijden, en zij bekampen de chaos die oproerkraaiers en tuig in steden veroorzaken. Duidelijke mediamanipulatie. Daarna komen de vier mensen aan het woord die eerst verscholen zaten in de boven hen geprojecteerde beelden. Zij vertellen twee getuigenissen door elkaar en verweven ze met elkaar. Eén gaat over een arrestatie in oktober 2007, de ander over een in maart 2011. Folteringen, martelingen, bruut geweld, willekeur van de politie en het leger weerklinken heftig in beide verhalen. Door de waar gebeurde verhalen te vermengen wordt het geweld van totalitaire regimes die geen tegenspraak of verandering dulden, nog duidelijker voor het publiek. Pakkend documentair theater.

Daarna worden er onder het publiek brieven uitgedeeld. Een begeleidende nota vraagt om de tekst op het andere papier voor te lezen als de microfoon zal passeren. ‘I demand a trial for those responsible for the death of …’ en dan volgt er een naam, de leeftijd (heel veel jonge mensen!), de plaats en datum van het gebeuren, de doodsoorzaak. Neergeschoten, overleden aan inwendige verwondingen, bloedingen,  nalatigheid op politiebureau of in ziekenhuis, overreden door een tank, tijdens demonstraties en sit-ins in Caïro, Alexandria, Port Saïd. Die oproepen worden een voor een voorgelezen. Een paar honderd  namen worden door een paar honderd personen uitgesproken. Dat maakt de getuigenissen over politioneel en militair geweld nog concreter, nog tastbaarder. Martelaars krijgen een stem. Ook die andere honderden, duizenden. Om stil van te worden.

Tussen alle producties op het TAZ-festival is No time for art concreet, heel concreet. Een statement. Terecht. Om bij stil te staan. Want daar in Egypte gebeurt het echt. Daar hebben ze nu geen tijd om zich met schone kunsten bezig te houden. No time for art is meer dan een gewone taaldaad.

(foto: Adham Bakry)