Jasper van der Veen, winnaar van het Leids Cabaret Festival in 2019, toont zich in zijn tweede avondvullende voorstelling Niet gehinderd door enige kennis een plezierig verteller en een prettig personage op het podium. Hij wordt over vijf maanden voor het eerst vader: een grote gebeurtenis die in zijn hoofd een machinerie van gedachten in beweging zet.

Want is hij wel geschikt en klaar om vader te worden? Hoe moet zijn toekomstige kind opgroeien in een wereld die wordt gedomineerd door kunstmatige intelligentie, klimaatrampen en oorlogsdreiging? Het zijn grote, wezenlijke vragen in een lieve voorstelling die herkenbaar en grappig is, al wordt het nergens echt gevaarlijk of ongemakkelijk.

Van der Veen is bang dat hij de geschiedenis ingaat als de man die bij zijn deelname aan De slimste mens niet wist te vertellen hoeveel poten een spin heeft. Hij worstelt met machines en apparaten, zoals zijn zelfdenkende ijskast die voor hem bepaalt hoeveel kaas hij op een dag mag eten, Google die hem antwoorden voorschotelt op vragen die hij nooit heeft gesteld en Twitter (‘het Purmerend van internet’) waar hij dingen over zichzelf leest die hij liever nooit had gelezen. Hij zoekt naar verbinding, naar samenzijn zoals in het kleine Gallische dorpje van Asterix en Obelix. Maar ‘de tbs’er in zijn hoofd’ zit hem daarbij soms in de weg en het ware verhaal van de Galliërs is dat ze volgevreten, decadent en dronken waren, en helemaal niet alert en saamhorig.

Ook wij zijn weerloos en verwend en het gaat ons veel te goed, aldus Van der Veen. We hebben hondenuitlaatservices en elektrische dekens, en gewapend verzet hoef je niet te verwachten van mensen die het al nauwelijks lukt een weekendje weg te organiseren. Van te enthousiast applaudisseren lopen wij al zere handen en een burn-out op, een kleine, amusante steekproef onder het publiek leert dat er acht dienstplichtigen in de zaal zitten en zes mensen die hen kunnen uitleggen hoe je een geweer moet vasthouden. Hoe bescherm je je toekomstige kind in zo’n wereld en hoe breng je het principes bij die je zelf niet blijkt te hebben als je toch een ongezonde pizza bestelt of in een vliegtuig stapt na het betalen van vier euro compensatie voor klimaatneutraal vliegen?

Van der Veen hoopt dat zijn kind wordt geboren in een wereld waarin af en toe iets liefs gebeurt. Wanneer je in Indonesië vegetarisch eten bestelt, denken mensen dat je dat doet omdat je arm bent en stoppen ze als verrassing stiekem wat kleine stukjes kip onder de rijst. Misschien is de wereld wel helemaal niet het probleem, maar Van der Veen zelf. Zijn vriendin maakt zich nergens zorgen over en ziet het aanstaand ouderschap met vertrouwen tegemoet. Zijn ouders zijn lieve mensen met het hart op de goede plaats. Zijn moeder spreekt een spraakcomputer in met schuttingwoorden voor een gehandicapt kind dat op die manier kan terugschelden wanneer hij wordt gepest en leert het jongetje vervolgens wanneer hij die computer wel of niet moet gebruiken nadat ze door haar eigen stem is uitgescholden. Je geeft een kind woorden en leert ze hem weer af, een even prachtig als grappig verhaal en het toppunt van liefde.

Van der Veen fantaseert dat hij zijn irritante buurjongetje van vijf in een houtversnipperaar stopt en tegelijkertijd behoedt hij de baby van een vriend voor een vrije val op hard beton. Hij is de enige die adequaat ingrijpt op een moment dat niemand anders ziet dat er snel moet worden gehandeld. Zo gaat het, zo stuntelen we voort, zo durven we kinderen op deze wankele wereld te blijven zetten. In de hoop dat het toch een beetje goedkomt wanneer we soms iets laten en soms iets liefs doen.

Foto: Bob Bronshoff