Wie het schema van de gemiddelde danser van Het Nationale Ballet enigszins kent, moet zich wel verbazen over het feit dat een programma als New Moves überhaupt kan worden gepresenteerd. Geen wonder dat de meeste aspirant-choreografen stilistisch dicht bij huis blijven.

Tussen al het Holland Festival-geweld van de Grote Namen, is New Moves een sympathiek, bescheiden programma. De choreografische ambities van dansers van Het Nationale Ballet worden dit jaar ook bescheiden opgediend, in een van de studio’s van Het Muziektheater. En met bescheiden middelen: iedereen levert zijn bijdrage in zijn vrije tijd. Dat is passend en mooi.

De beperkte tijd die de dansers hebben, is er waarschijnlijk ook debet aan dat de meeste bijdragen een erg geijkt-klassiek beeld laten zien. In sommige gevallen lijkt de maker zich zelfs nog steeds in de grote zaal te wanen, met hoog en ver geprojecteerde blikken. In zo’n geïmproviseerd zaaltje komt dat enigszins potsierlijk over.

Natuurlijk is het logisch dat beginnende makers vertrekken van hetgeen bekend is: de taal waarin ze zijn opgeleid, het repertoire (klassiek en neo-klassiek) dat ze kennen. Maar artistieke ambities veronderstellen ook nieuwsgierigheid en experimenteerdrift, en daar kon deze editie van New Moves iets meer van gebruiken. Al is het bijvoorbeeld wel aardig om te zien dat Bruno da Rocha Pereira een soort nieuwe versie van Le Spectre de la Rose heeft gemaakt en hoe Chanquito van Hoeve zijn bezorgdheid om de aarde probeert over te brengen.

Ook logisch is dat degenen met meer ervaring op zak er duidelijk uitspringen. Milena Sidorova presenteerde al eerder werk in New Moves en dat is terug te zien in het speelse, lossere karakter van SAND en A.I., waarin ze schakelt met versnelling en vertraging, licht absurde humor en een hoekiger bewegingstaal. Ook in de soepel vloeiende lyriek van Dear One van Remi Wörtmeyer laat de ervaring zich gelden, bovendien wist hij als enige eerste solisten te strikken voor dit romantische duet.

De grootste avonturier onder de jonge choreografen lijkt Clotilde Tran Phat. In D.I.D. (de afkorting voor dissociative identity disorder, ofwel meervoudige persoonlijkheidsstoornis) dansen drie vrouwen versies van één persoon, met een bewegingstaal die de gefragmenteerde, verwrongen mentale staat symboliseert met gebroken lijnen, staccato gebaren en golvende torso’s. Het trio doet in de verte denken aan OCD Love van Sharon Eyal en Guy Bahar – geïnspireerd op een dwangstoornis. Of ze dat gezien heeft of niet, doet er niet toe. Tran Phat zoekt in elk geval naar een idioom dat bij haar thema past. Dat is interessant.

Foto: Introspection – Het Nationale Ballet, Altin Kaftira