De twee duetten van de Zwitserse choreograaf Philippe Saire die deze week in Maastricht bij AINSI te zien zijn, NEONS (2014) en Vacuum (2015), maken onderdeel uit van de lopende serie Dispositifs, die experimenteren met het theater als technisch of scènsich apparaat centraal stelt en verbinding met beeldende kunst zoekt. 

Met name NEONS maakt indruk, omdat het met uiterst eenvoudige middelen op een hallucinerende wijze het aloude theaterthema van verschijnen en verdwijnen nieuw leven inblaast. Het iets recentere Vacuum lijkt meer een studie dan een afgerond werk, maar weet nog steeds sleutelaspecten uit de Renaissance zoals clair-obscur en trompe l’oeil op een heel overtuigende manier in te zetten.

Beide voorstelling werken met de lichamen van de dansers Philippe Chosson en Pep Garrigues. In NEONS ensceneren zij zichzelf en elkaar aan de hand van een spel met licht en donker, en de vele nuances daartussen. Ranke maar stevige neonbakken, maar ook een aantal LED-lichtkranten met lopende teksten, slepen ze van hot naar her en stellen ze strategisch op. Zo herdefiniëren steeds wisselende licht- en donkerslagen de ruimte, terwijl zo nu en dan een tekst voorbijkomt, als een spraakballonnetje in een stripverhaal.

Verschillende gevoelstemperaturen worden oproepen, maar ook de setting als geheel van het gebeuren verandert soms radicaal van aard en in hoog tempo, enkel en alleen door de modulatie (intensiteit, opstelling) van één lichtbron, of door een nieuwe paar lopende woorden.

Momenten van erotisch geladen intimiteit worden opgevolgd door claustrofobie, eenzaamheid of juist wederzijdse agressie. Wat het ene moment een intens duet lijkt, blijkt het volgende een uitgestorven vlakte in de nacht. De choreografie van licht, donker en lichamen gaat geruisloos in elkaar over, en werkt vaak volgens een omgekeerde logica: het lichaam en de handeling worden niet zo goed mogelijk belicht. Juist het relatieve duister of de restvormen die ontstaan door extreme over- of onderbelichting moeten de toeschouwer op zijn intuïtie aanspreken.

De dansers worden nergens dramatisch gedreven acteurs. Ze gaan als uitvoerder redelijk formeel met het materiaal om. Dat maakt de dramatiek die wel degelijk in de enscènering van Saire besloten ligt op een onnadrukkelijke manier navoelbaar.

Waar in NEONS de opeenvolging van scenes en settings tot een zekere diepte leidt en misschien wel het verhaal van een verloren gelopen liefde vertelt of over bindingsangst gaat, daar is Vacuum veel meer een gesofistikeerde circusattractie. Op geheimzinnige wijze worden sensationele effecten geproduceerd in een zwart gat tussen twee neonbuizen. Dat zwarte gat functioneert als kijkdoos én als poppenkast. Het is een venster op de wereld, maar de toeschouwers kijken niet alleen via het toneel en een vierde wand naar het leven buiten, er wordt ook teruggekeken.

De techniek (het dispositief) waarmee de effecten worden geproduceerd, blijft onzichtbaar. Vacuum brengt de maskerade en de bewegelijkheid van laat 15e eeuwse fresco’s in herinnering. De lichaamsdelen die vanuit het donker (achter het gat) in de net niet zichtbare flikker van de neon worden gestoken, op de grens van licht en donker, produceren een soort hologram-effect. In de isolatie ontstaan wonderbaarlijke massa’s met een ongekend reliëf. Geanimeerde delen, waarvan je weet dat ze deel uitmaken van het lichaam van een van de mannen, maar vraag niet welk. Het publiek grinnikt en reikhalst richting kijkgat, alsof nog iets beter kijken helpt. Wanneer de dansers als hele figuren in beeld verschijnen hangen ze haast achteloos rond in het frame, heel bewust een bepaald realisme producerend, spelend op de grens van fictie en werkelijkheid.

Vacuum is vergeleken met NEONS behoorlijk statisch en weet niet altijd boven het effect van visuele sensatie uit te stijgen. Maar Saire weet ook hier de mogelijkheden van toneel op toneel, wat het betekent te enscèneren, uit te buiten. Eenvoud, transparantie en ironie maken deze twee duetten tot een belevenis, zelfs als je sceptisch bent over effecten in het theater.

Opmerkelijk ook dat het Vrijthoftheater zijn kop uitsteekt met Nederlandse premières van het werk van Saire, die onlangs zijn dertig jarig jubileum vierde als choreograaf, maar naar verluidt – op de vertoning twee jaar geleden ook in Maastricht van Black Out, het eerste deel in de serie Dispositifs na – verder niet in Nederland te zien was.

Foto: Philippe Weissbrodt