‘Ik heb een Amerikaansheid in me, ik heb een  zwartheid in me en ook een Europese achtergrond, wat dat ook moge betekenen’, zegt een van de personages in de documentaire die de voorstelling Nachtschade: aubergine begeleidt. Sopraan Claron McFadden zal daarna zingen: ‘Ik reisde van oost naar west en weer terug, en beeldde me in dat ik meereed met de Zijderoute met de geur van kamelen, met goud, slaven, alcohol, mirte.’ De voorstelling is een hommage én een angstbetuiging aan een van de indringendste onderwerpen van deze tijd: het nomadische leven, ontworteld zijn, geen thuis meer hebben.

De ‘reisleider’ is een plant met zijn vrucht, de aubergine (Solanum melangena), uit de familie der Nachtschade. Deze donkerpaarse vrucht met wit vruchtvlees komt van oorsprong uit Zuidoost-Azië en reisde via China en Azië naar Europa, eerst naar Spanje in de vijftiende eeuw en daarna kwam de vrucht ook als geliefd ingrediënt in de keuken van Noordwest-Europa terecht. De aubergine heeft als kenmerk alle smaken in zich op te nemen van andere ingrediënten. En juist deze eigenschap inspireert Claron McFadden tot deze muzikale theatervoorstelling, uitgebracht bij Muziektheater Transparant uit België in de regie van Sjaron Minailo.

Aanvankelijk lijken de drie elementen los van elkaar te staan. De documentaire met video van Lisa Tahon laat mensen aan het woord uit het Middellandse Zeegebied die verbonden zijn met hun muziek en met hun land, en vooral met de eetgewoonten van het land. Ze praten over de noodzaak een eigen thuis te hebben, een plek waar iemands ‘wortels liggen’. Het gemeenschappelijk eten speelt een belangrijke rol. ‘Waaraan denken we als we voor we aan tafel gaan enkele seconden stilte in acht nemen?’ vraagt McFadden, die tevens de rol van vertelster heeft, zich af.

Niet elke geïnterviewde in de video is even overtuigend. Vaak is wat wordt verteld vrijblijvend, voorspelbaar en vanzelfsprekend, zonder verrassingen. Een nogal starre moeder uit Rabat (Marokko) die wil dat haar dochter juist níet de wijde wereld in gaat, maar dicht bij de familie moet blijven, toont misschien een onheus standpunt. Hier had de documentairemaakster een vraag moeten stellen, want de dochter zelf wil niets liever dan wél weggaan. Zo weet de documentaire eigenlijk niet welke kant die op gaat. Wie niets met eten en keukens en koken heeft, kijkt er onberoerd naar.

Nee, de echte kracht van Nachtschade: aubergine ligt in de muziek. De groep muzikanten is weergaloos goed, dat behoeft geen enkel uitleggerig beeld. Een van de componisten is de accordeonist Tuur Florizoone, die indringende klanken en meeslepende melodieën uit zijn instrument laat klinken. Eigenlijk moet ik ze allemaal noemen: cellist Lode Vercampt, contrabassiste Yannick Peeters, percussionist Sjahin During, klarinettist Jean-Philippe Poncin en quanunspeler Osama Abdulrasol. Het is meeslepend en uiterst intelligent hoe zij in muzikale vormen de reis der aubergine maken. Ze vangen de verre, vaak onbekende werelden van Spanje, Griekenland, Turkije, Sicilië en Marokko in weergaloze en indringende klanken.

McFadden zelf begint uiterst ingetogen, bijna onzichtbaar met zachte zangpartijen die harmoniëren met de muziek. Geleidelijk neemt haar aandeel de overhand, ook als vertelster. Ze verhaalt over de redeloze straffen die een homoseksuele jongen ondergaat in Iran, over vluchtelingen en over het vreemdeling zijn. Het zijn reisliederen die ze ten gehore brengt, even schitterend als indrukwekkend. Haar muziekstijl houdt het midden tussen jazz en gospel, met een fantastische flirt met klassieke muziek en oosterse invloeden.

Aan het slot verschijnt er tekst op het achterdoek, waarin wordt gesteld hoe bang mensen zijn voor onverwachte aanrakingen, vooral in het duister. Daarom trekken mensen zich terug in huizen ‘die niemand mag betreden’. In deze laatste woorden ligt de dramatische kracht en ook de geheime betekenis van Nachtschade: aubergine: als we allemaal thuis zouden blijven, uit angst en paniek, dan zou de wereld nooit veranderen. De Zijderoute heeft ooit mensen uitgedaagd hun land te verlaten, dat is verrijking én ook drama. Daarom is het muzikale aandeel zo essentieel met McFadden die jazzy zingzeggend zelf een hartstochtelijk instrument wordt, woordloos, maar vol betekenis. Lyriek en drama ineen.

Foto: Koen Broos