Voor Nachtparade werkten regisseurs Hildegard Draaijer, Marjan Barlage en choreograaf Sassan Saghar Yaghmai, de artistieke kern van theatergroep DOX, met tachtig amateurs in de leeftijd van zeven tot en met 82. De voorstelling is onderdeel van een grootschalig participatieproject van Het Muziektheater Amsterdam met als thema Duizend-en-een-nacht.

Dat thema is in Nachtparade op twee manieren zichtbaar: in de oosters aandoende wapperende kostuums en in het gegeven van een nachtelijk radioprogramma. Vanaf de witte bank aan de zijkant van het immense podium – de tribune is voor de gelegenheid op het podium geplaatst – slingert Remi Walsari zijn plaatjes de lucht in: Herman Brood, de Bee Gees. Hij presenteert Goodnight life. Op het achterdoek zien we beelden van de nachtelijke straten van het centrum van Amsterdam. Op het podium komen, gekleed in gekleurde regenponcho’s, enkele hondeneigenaren hun trouwe kameraden uitlaten. De viervoeters worden treffend hijgend, stoeiend, dommig, achter ballen aanhollend of nuffig kwispelend gespeeld.

En dan ontspint zich de nacht, met ‘slaapdansen’, nachtgedichten (‘de diepe vallei van mijn droom’), in tableaus gevangen excuustelefoontjes (‘Ik ben de trouwdag van mijn vrouw vergeten’), eenzame antwoordapparaatberichten (‘Je bent een eikel, ik sta in de kou!’), enge verhaaltjes voor het slapen gaan, nachtmerries in rookslierten, verleiding en angsten, drama, ‘slow motion agressie’ en tot slot het krakende ontwaken.

De ‘bel’- en ‘interview’-scènes zijn wat flauw en plichtmatig, maar de choreografieën met de hele groep, of een gedeelte van de groep, bruisen van energie en emotie. Lekker is de zombiechoreografie op Michael Jacksons Thriller waarin de kleine kinderen in hun pyjamaatjes worden uitgenodigd mee te dansen. Aanstekelijk is de ‘dansstijlbattle’, waarin klassiek ballet, salsa en breakdancekunsten door de jongeren worden ingezet om elkaar te imponeren en uit te dagen. De flirterige dans die daarop volgt, waarin de jongens en meiden elkaar verleiden en nog net niet bespringen, gonst van opwinding en speelse bronstigheid.

Niet helemaal passend in het concept maar wel ontroerend zijn de persoonlijke videogesprekken met enkele oudere spelers. Veruit het meest aandoenlijk is Huguette Albracht, 82 jaar oud. Geboren uit Frans-Nederlandse ouders en met een eeuwige zoektocht naar waar ze nu thuishoort: in Nederland of in Frankrijk. Het blijft Nederland, maar samen met een meisjespop – zij als man – danst ze vlotjes op een Frans chanson, waarna ze door vier spelers in blauwe stofjassen in een oosters tapijt wordt gerold. Een bonte stoet vergezelt haar traag het podium af.

Het is een merkwaardige collage die de tachtig spelers laten zien, maar ze werkt. De sfeer gaat van opzwepend naar intiem en van frivool naar dramatisch. De losse elementen zijn niet altijd even sterk en ontberen hier en daar samenhang, maar dat is eigen aan de nacht. Bovendien geeft de continue beweging van links naar rechts en van rechts naar links over het podium de letterlijke ‘parade’ een prettige cadans.

Foto: Anna van Kooij