‘Tijdens Vastelaovend ben je eindelijk jezelf’, drogredeneert een veerman, vastbesloten maar onvast, klotsend biertje in de hand. Voor een muntje brengt hij de mensen naar de overkant van de nacht (‘Vastelaovend is mijn pontje’), ondertussen navigeert hij – via een warrige rijgdraad aan terloopse ontmoetingen, gedeelde biertjes en opzichtig geflirt – ook zichzelf richting het vroege licht, in een allesbehalve rechte lijn. Onderweg krijg je steeds meer het gevoel dat hij die oversteek zo lang mogelijk wil uitrekken. Wat wacht hem aan de kade, in de ochtend?

Maar het duurt even voordat dat gegeven tot interessant toneel leidt. Deze voorstelling van Afslag Eindhoven zet je aanvankelijk op het verkeerde been, met een karikaturale en inwisselbare adaptatie van een willekeurige veertiger in een ‘veermanspekske’, orerend tegen wie er toevallig aan hem voorbijloopt. Maar die inzet doet het verhaal tekort: want meer dan een carnavalsverheerlijkende deliriummonoloog, is de door Frans Pollux tot toneel bewerkte roman van Jan van Mersbergen het verhaal een man die ontsnapt: aan zijn gezinsleven, aan de vrouw met wie hij samenwoont, de kindjes waar hij dag en nacht voor zorgt en die niet de zijne zijn, aan zichzelf vooral. Naar de overkant van de nacht gaat niet over de plek waar het zich afspeelt, maar over de plek waar het zich niet afspeelt, die het personage probeert te vergeten, te negeren en te ontkennen.

Dat besef komt gaandeweg, wat maakt dat de kijkervaring aanvankelijk wat taai is. De nogal letterlijke speelstijl (regie: Gerrie Fiers), compleet met metertjes bier, carnavalskrakers en dubbele tong, doet een nogal ongeïnspireerde carnavalsmonoloog vermoeden, die vooral moet bogen op een combinatie van herkenning, nostalgie en zelfspot bij de Eindhovense toeschouwers.

Gelukkig wordt het (figuurlijke) masker gaandeweg doorgeprikt, en zien we in steeds kleiner en sensitiever spel de emotionele worstelingen van deze Ralf, die met goede bedoelingen totaal aan zichzelf voorbijgaat, niet alleen in deze poging ‘de overkant’ te halen, maar vooral in zijn dagelijks leven. Dan komt het komische talent van acteur Peter Vandemeulenbroecke in dienst te staan van een diepe tragiek: in een loensende oogopslag zie je het vermoeden van een heel leven dat anders had kunnen lopen, en snel drinkt hij die beelden weer van zijn netvlies.

Treffend is het decor (ontwerp: Mayke Muller), een draaischijf waar logge poppen aan een stellage hangen en die de anonieme, hossende carnavalsmassa verbeelden in het Limburgse dranklokaal waar Ralf zich al dan niet staande houdt. Hij beschrijft een keur aan buitenissige carnavalsvierders die hij ontmoet: een tweetal enorme Mexicanen (‘Maxicanen’), een pater, een groepje kotsende kerstbomen en een meisje: Sally, gespeeld door Romy Beun – en hoewel ze zich prima van haar taak kwijt, blijft het een pijnlijk ondankbaar personage om te spelen, zonder eigen streven of persoonlijkheid; grossierend in vluchtigheid kronkelt ze om een man, zonder dat duidelijk wordt wat zij in hem ziet of bij hem te halen heeft.

Meer dan de uitgespeelde scènes, vindt Naar de overkant van de nacht de grootste kracht in de taal: Vandemeulenbroecke versterkt de tragiek die verscholen gaat achter de puntige formuleringen met zijn diepe stem die dan weer overslaat, ineens zacht wordt, hij roept trefzeker beelden op, waarna hij zichzelf al over woorden struikelend weer overschreeuwt.

Gaandeweg dringt het besef zich op dat de alcoholroes voor dit personage geen vlucht is, maar een redding, zijn delirium sleept hem naar de overkant waar hij uiteindelijk toch naartoe moet, terug naar zijn eigen leven. Tijdens Vastelaovend ben je eindelijk jezelf, zei hij bij aanvang en dat klinkt als een slotsom, maar het was het begin van een ontroerende zoektocht. Want het brengt hem uiteindelijk bij een andere, wezenlijke vraag, eentje die niet voorbehouden is aan de nacht, maar die hij meeneemt de nieuwe dag in en die we onszelf allemaal weleens stellen: ‘Dadelijk zit ik in een trein, en wie ben ik dan?’

Foto: Paul Beekhuis

Credits

spel Peter Vandemeulebroecke, Romy Beun regie Gerrie Fiers tekstbewerking Frans Pollux vormgeving Mayke Muller decorbouw Simon Haen sounddesign Rob Geboers techniek Roel Verberne dramaturgie Cecile Brommer artistieke ondersteuning Yvonne van Beukering zakelijke leiding Isabelle Savelkoul productie `n More PR & ondersteuning productie Rob van Kaam foto Paul Beekhuis ontwerp Marc Koppen