Het Eindhovense Best of the Fest, een initiatief van het Parktheater, focust dit jaar op dans, in een brede samenwerking met partners uit de stad en van verder weg. Het palet is even breed: van voorstellingen van het Ballet Vlaanderen tot een project met buurtbewoners en van een groot opgezette dance battle tot de eigenzinnige transformaties van Sabine Molenaar. Ik zag in de grote zaal van het Parktheater het Deense gezelschap Don Gnu, makers van fysieke theatervoorstellingen en films.

Voor hun voorstelling N.A.R.G. – North Arena Rumble Game hebben de makers een rond plateau gebouwd, vijf meter in doorsnee, dat in het middelpunt balanceert op een poot van ongeveer een meter hoog. Ze noemen dit wiebelende podiumdeel The Turmoil. Als de voorstelling begint is de schijf perfect in balans en staan drie dansers dicht bij elkaar in het centrum. Een witte TL-balk licht ze van achteren aan, de rest van het podium is donker. Door het schuine licht zijn de vele klinknagels te zien waarmee de vloerdelen aan het ijzeren frame vast zitten. In de verte klinken gedempte geluiden, een flard Let’s Dance van David Bowie speelt ergens via een radio. The Turmoil kraakt in een traag ritme. Het is of we onderin het ruim van een schip zijn beland.

De schijf begint dan ook te deinen zodra de dansers in beweging komen. Direct is te zien hoe een initiatief van een van de drie een fysieke tegenbeweging oproept bij een ander, om de schijf maar in balans te houden, of, als dat niet kan, om te zorgen dat er niemand omvalt. Een evenwichtsspel begint. Een fysieke verbondenheid. Stapt er iemand naar de rand om eroverheen te kijken, dan moet aan de overkant een andere performer zijn arm en schouder ver buiten de cirkel strekken om iedereen aan boord te houden. Met de komst van een vierde performer van buiten de cirkel raakt alles uit balans en ontstaat er een strijd om de macht. The Turmoil draait woest rond, de bewegingen worden groter, wilder en acrobatischer. Hij wordt gebruikt als trampoline. Sturen de dansers de schijf aan, of is het andersom?

Deze strijd wordt niet alleen op de schijf uitgevochten maar ook ernaast, ervoor, er achter en zelfs eronder. Dat levert een aantal spannende momenten op. De onverbiddelijk doortollende schijf daagt dan niet alleen uit, maar vormt dan een echte fysieke bedreiging voor het kwetsbare menselijk lichaam eronder: de handen gevaarlijk dicht langs de rand, het hoofd dat net tevoorschijn piept onder de zwiepende constructie. Performer Petras Lisauskas spreekt het publiek intussen direct aan en legt geconcentreerd uit met welke natuurkundige krachten zijn lichaam op dit moment te maken heeft. Het is grappig en eng tegelijk.

De strijd wordt niet helemaal alleen in beweging uitgevochten; de performers roepen ook naar elkaar om hun onderlinge gevechten te voeren. Het is niet de sterkste kant van hun spel. Het mannenduet waarin Lisauskas en zijn blonde tegenspeler elkaar achterna jagen kent interessante momenten – wat doet een op en neer golvende ondergrond met de liftkracht van de man onderop – maar zakt ook een aantal keren in. Het schreeuwen werkt niet als extra expressiemiddel maar lijkt eerder een teken van onmacht: alsof de performer zelf niet helemaal bij het gevoel komt dat hij wil oproepen. Het is jammer dat beeld en emotie elkaar hierin soms kwijtraken. Het doet af aan de spanning en de onderlinge intimiteit die van die twee gespierde figuren op het kleine wiebelende plateau en het is voor de makers lastig om de spanningsboog goed door te zetten. Het einde lijkt al te komen, maar er volgt nog een sequentie. In verwarring kijk ik nog even mee.

Foto: Christoffer Brekne