Het tweejaarlijkse India Dans Festival van Korzo was vorig jaar in volle voorbereidingsmodus toen de eerste lockdown kwam. De toevlucht werd gezocht in een verkort en aangepast online programma, in de hoop dat het dit jaar dan alsnog….Maar tijdens deze derde wereldwijde coronagolf, waarin de pandemie bovendien in India zelf uitmondt in een ramp van ongekende omvang, volgt opnieuw een aangepaste online versie, van 5 tot en met 9 mei. Korzo doneert de opbrengsten van de kaartverkoop aan COVID-hulp in India.

Poernima Gobardhan opent deze editie met de première van haar nieuwste solo My Pitṛs en een herneming van Elly & Me. Wie bij de term Bharatanatyam in de publiciteitsteksten denkt aan traditionele kostuums en muziek, think again, want Gobardhan zet veel meer middelen in dan traditie alleen. Ze doet dat in samenwerking met Leo Spreksel, die curator van het festival is en tevens regisseur van haar werk.

In de klassieke Zuid-Indiase dansvorm Bharatanatyam, een van de oudste ter wereld, vertellen de handen en gezichtsuitdrukkingen grotendeels het verhaal, vaak een klassieke saga of religieus epos. De vele handuitdrukkingen of mudhra’s zijn voor wie weleens aan yoga doet (lockdown-aanrader) misschien deels herkenbaar, maar het tempo in de gedanste verhalen is vaak hoog. Gobardhan mixt de klassieke vorm met hedendaagse bewegingstaal en hanteert een trager tempo in haar contemplatieve solo. Ze biedt geen narratieve verhaallijn, maar verkent vanuit haar unieke mengvorm van gebaren en lichaamstaal een abstracter gegeven; het verstrijken van de tijd, de omgang met de dood. De titel verwijst naar voorouders; in het woord ‘pitṛs’ herken je het Latijn ‘pater’, het katholieke ‘peter’; uiteindelijk ons Germaanse ‘vader’.

Vanuit een donker beeldscherm doemt een witte pilaar op. De camera glijdt er langzaam naartoe; de pilaar heeft een gezicht, armen, en onwaarschijnlijk lange benen onder een eindeloos neerhangende ivoorwitte rok. Alsof de danseres op de schouders van haar voorouders staat. Als een standbeeld staat ze daar, op lang aangehouden vioolklanken van componist John Ozbay. Vanuit haar handen en armen komt ze tot leven, spreekt ze en stapt ze uiteindelijk van haar sokkel, om te beginnen aan een gedanst bestaan als sterfelijke vrouw. Met weemoed legt ze een weifelende hand op de witte pilaren waartussen ze voor het eerst ademde. Want de tijd, die eerst geen vat op haar had, glipt als wit zand tussen haar expressieve vingers door. De mix van muziek, beeld en danstaal roept emotie op zonder dat het tranentrekkerig wordt. Als kijker kun je zo mee met de verwondering van dit wezen voor wie alles nieuw is.

Even emotief is Elly & Me dat Gobardhan maakte voor Korzo’s andere festival, CaDance, en waarvoor niet Pygmalion, maar Couperus’ Eline Vere, dolend over het Haagse Voorhout, als inspiratiebron diende. Het maakt gebruik van een vergelijkbare constellatie van ruimte, beeld, muziek en dans. ‘My heart is in the highlands, my heart is not here’, vat het stuk van Arvo Pärt het doffe gevoel samen van steeds net niet op je plaats zijn. Veel jonge mensen delen die spleen van Eline, maar ik kan me voorstellen dat het gevoel verscheurd te zijn nog meer resoneert als je van twee culturen bent. Gobardhans armen maken trage, haast gepijnigde cirkels, je adem gaat mee in en uit. Als ze tegen de grove stenen achterwand van de zaal in Korzo op het randje van een hoge kubus staat, haar tenen en blik al ver de diepte in gezogen, hou je je adem in. Want elke zucht kan zo de laatste zijn.

Foto: Bart Grietens