Dat de samenwerking tussen de choreografe Ellen Barkey en de beeldende kunstenares Lot Lemm mooie scènebeelden tot stand bracht, wisten we al van vorige producties, zoals This door is to small (for a bear) en vooral in het kwetsbare Porcelan-project. De dansante beelden die nu in Mush-room van het podium spetteren, ogen indrukwekkend en verbeelden een bizarre fantasiewereld. Maar daar blijft het deze keer bij.

Op de scène worden papieren paddenstoelen opengeklapt. Vijftien schitterende paddenstoelen in allerlei vormen en afmetingen worden ondersteboven getakeld en in de loop van de voorstelling aan touwen bewogen. Zij dansen mee boven de zes vrouwen en mannen in het zwart, met witte bewegende hoofddeksels. Het zijn geen smurfen, het zijn geen kabouters, het zijn geen paddenstoelbewoners, maar de paddenstoelen zelf.

Deze fungi roepen een revolutie uit voor volledige vrijheid, ‘we are alive and kicking’, en ze gaan er tegenaan, zetten hun sporen uit, overwoekeren de aarde. De mens willen ze niet vernietigen, maar ook paddenstoel laten worden onder het motto ‘if you can’t beat them, join them’. En dat lukt ook op het einde.  Samen zetten ze onder veel gegiechel en met zelf in elkaar geknutselde speelgoedwapens hun ondergrondse guerrillastrijd verder.

De grote papieren paddenstoelen en de kostumering van de dansers overstijgen het camp-niveau, terwijl het praten en de vele showelementen net te veel kitsch zijn. Misschien zijn ze als ironie op kitsch bedoeld, maar zo komt het niet over. Er wordt veel gebabbeld. Veel te veel. Wanneer gaat men inzien dat goede dansers niet per se goede acteurs zijn! De personen (van verschillende nationaliteiten en talen) roepen in vaak onverstaanbaar Engels, vertellen ellenlange verhalen en menen uitleg te moeten verschaffen, met vaak flauwe humor. Het mag dan wellicht als spel met clichés zijn bedoeld (wat we van Needcompany toch mogen verwachten) , het blijven clichés.

Al dat schreeuwerig gedoe steekt scherp af tegen de dansscènes die enorm plezier uitstralen; in de rookwalmen, in de aparte schijnwerpers die door de man in het wit worden gericht, onder de bewegende paddenstoelen, in een mengeling van licht en schaduw, en gestuwd door de muziek van The Residents.

De groepsdansen, de acrobatische slangenmensbewegingen, het spel met grote ellipsachtige vormen, het gekronkel van vrouwen om uit een wormachtig lijf te kruipen, en zoveel meer,  zijn een lust voor het oog. Dit betoverende, bizar en bijwijlen sprookjesachtig spel van de vrolijke gekte van het lichaam en de fysieke verrukking (al dan niet door paddo’s opgewekt) stemmen tot meer dan tevredenheid. Maar de herhaalde scènes met het schreeuwen als een circusstalmeester en een uitgemolken clownsscène zijn echt te veel.

Foto: Maarten Vanden Abeele