Star Trek en Hamlet, The Klingon Hamlet en Hamletmachine, die mix klinkt als kolfje naar de hand van Urland. Dit tienjarige performancecollectief uit Rotterdam flirt graag met slechte smaak en is dol op taal, klassiekers, laptops, provocatie en cyberspace. Live art in digital times, zo noemen de vier mannen hun performances op het snijvlak van klassiek toneelrepertoire, filosofie, games en sound. Maar, zo melden ze tijdens de intro van hun nieuwste voorstelling mu’ mu’ mu’, Urland is in verwarring.

Terwijl we op band Dalida parole parole parole horen zingen, lezen we op een projectiescherm hoe de Urlanders zich in de steek gelaten voelen door de taal. Op zoek naar De Waarheid en naar wat kunst in deze twittertijden nog te vertellen heeft, vragen ze zich af welke woorden nog betekenis hebben, wat snijdt nog hout, wat mag je nog zeggen? Daarin herkennen ze zich in de Hamletfiguur uit Heiner Müllers Hamletmachine: ‘Mijn woorden hebben mij niets meer te vertellen. Mijn drama zal niet meer plaatsvinden.’ Ook die zinnen vliegen voorbij op doek.

De Urlanders geven in mu’ mu’ mu’ echter niet de zoveelste vertolking van deze vloekende woordenstroom waarin Hamlet verkiest een machine te zijn en de mensheid afschrijft. Thomas Dudkiewicz citeert halverwege slechts kort Müllers afschuw over wat de mens heeft aangericht. Het viertal is in deze voorstelling vooral geobsedeerd door hun ontdekking van The Klingon Hamlet (1996), een vertaling van Williams Shakespeares beroemde tragedie in de hoekige taal van de (fictieve) klingonen, een buitenaards volk uit de futuristische televisieserie Star Trek.

Op het scherm laten ze rafelig geschoten beelden zien van hun researchreis naar Miami, waar ze een driedaagse Star Trek Convention bezochten en natuurlijk potsierlijke Amerikaanse fans voor hun camera kregen. Ook komt de Amerikaanse linguïst Marc Okrand aan het woord, die de lelijk bedoelde taal ontwierp, een Klingon woordenboek samenstelde en uitlegt wat de moeilijkheid is van The Klingon Hamlet: er bestaat geen Klingon-woord voor ‘to be’. Daar zit je dan met Hamlets beroemde monoloog over zijn wankelende wereldbeeld. Woorden, woorden, woorden, wat heb je eraan? Mu’, mu’, mu’ klinkt de Klingon-vertaling uit de mond van performer Ludwig Bindervoet. Tot zover is mu’ mu’ mu’ nog beloftevol.

Maar dan verliest de groep zich, gehuld in shorts en getooid met harige pruiken en rimpelige Klingon touch ups, in rommelige Klingon-sketches. Ze worstelen zich met noeste arbeid en The Klingon Hamlet in de hand door het hoekige en norse gebrabbel. Jimi Zoet bouwt een kunstmatig kampvuurtje (verwijzend naar hun voorstelling Ur), Marijn Alexander de Jong jongleert met bordkartonnen letters (woord wordt moord wordt droom). Samen maken ze er een in elkaar gefabriekte kunstinstallatie van en hijsen het gedeconstrueerde w-o-o-r-d omhoog. Zo verwatert de op papier zo spannende combinatie tot een traag aftreksel van de beloofde dadaïstisch ode aan het woord. To continue or not to continue, dat is uiteindelijk een soort van vage conclusie. Tja, om het op zijn Klingons te zeggen: qab yIqaw. Oftewel: wej chup. Voor een vertaling: zie The Klingon Dictionary of translator.eu.

Foto: Julian Maiwald