Een groot wit doek met Afrikaanse tekens en symbolen die we van rotstekeningen kennen, ligt op de vloer bij de microfoon. De zangeres komt op, in een witte legging met dezelfde motieven, ze slaat de stoffen lap als een jurk om haar midden, duwt op knoppen van het loopingapparaat, ademt zwaar, een geluid dat zich herhaalt, ze zingt een lied in het Engels, het klinkt Afrikaans, jazzy, met volle sopraangalmen. Wat een stem!

En dan begint ze verhalen te vertellen. Over haar kinderjaren, haar jeugd, haar vader, haar moeder, over verlangens, over de twee werelden waarin en waartussen ze leeft, een heftige zoektocht naar zichzelf. Haar kracht om te blijven zoeken haalt ze uit de muziek en haar gezang. Euforisch en ook met tranen, steeds imponerend.

Eerst maakte de sopraan en klassiek muziektheatermaakster Nienke Nasserian MASAI, een productie over de band met haar vader, stamhoofd van de Masai in Tanzania. De tweede ging over haar moeder, MZUNGU, een vrouw uit Venlo die een dertig jaar geleden in Tanzania werkte. Nu stelt ze zich zelf centraal, en wil ze al haar wortels voeden.

Haar roots in Tanzania zijn haar dierbaar. Met veel warmte vertelt ze, meer nog, ratelt ze over ceremonies, feesten, kleurrijke markten, heerlijke maaltijden, giraffen in natuurparken. In de een uur durende voorstelling tovert ze met woorden vredige landschappen, warme samenlevingen, verbindende rituelen. En het gemis van dat alles.

Vaak zet ze in haar levensrelaas het publiek op het verkeerde been. Realiteit, wishful thinking, fantasie en misschien ook wel een beetje ‘pseudologia phantastica’, een gefantaseerde realiteit, wisselen elkaar af. Het blijft een zoeken naar haar roots, als dochter van een zwarte vader en witte moeder.

‘Mtoto’ betekent zoiets als een lichtpuntje. Dat wil ze ook wel zijn, maar kan ze het wel? In een lied bezingt ze hoe ze zich voelt, als een zebra, wit en zwart, als een zebra, opgesloten in de dierentuin. Het liefst zou ze haar kop in het zand steken. Zich verstoppen, niet verdrietig te hoeven zijn. ‘Met mijn kop in het zand hoef ik het allemaal niet te voelen.’

Een lied begint in een Afrikaanse taal en gaat over in het Engels. Van zwart naar wit, van Afrika naar het Westen. Ben van Daal, piano, en Demos Horn, slagwerk, begeleiden haar in haar songs verrassend, avontuurlijk, elektro-akoestisch. De composities van Evelien van den Broek variëren van jazzy naar wereldmuziek, van elektro naar klassiek. Nienke Nasserian pakt je met haar gezang in. Alsof ze je in een mantra wil meevoeren. Zingen om het gemis en haar innerlijke verscheurdheid te bezweren. Als in een litanie herhaalt ze dat gemis, ze blijft het herhalen, eindeloos lang.

Foto: Joep Hupperetz