Steeds meer standbeelden verdwijnen vanwege een pijnlijk koloniale geschiedenis. Mount Average is een installatie-performance, die raakt aan dat gegeven. Gelukkig trekt theatermaker Julian Hetzel ook parallellen met het heden. Want al is de toekomst onvoorspelbaar, dictators en heersers zijn van alle tijden.

Julian Hetzel creëert werk op het snijvlak van theater en beeldende kunst. Sokkels en standbeelden zijn terugkerende elementen en objecten in zijn werk. Ditmaal zijn de in brons, koper en marmer uitgebeelde monumenten van leiders uitgangspunt. Het materiaal, waaruit ze zijn gegoten, is de leidraad van zijn performance. Qua vorm lijkt Mount Average vooral op de Schuldfabrik, een performance-installatie van Hetzel uit 2017, waarin overtollig buikvet tot zeep werd gemaakt. Net als in dit werk worden we in kleine groepen geleid langs een aantal ruimtes, Mount Average kent er zes.

Een stem via de koptelefoon geeft de looprichting aan, een soundscape vult de stilte. Soms is er in de ruimte een performer aanwezig, soms ook niet. Zo belanden we direct al in een gesprek met een levend beeld, dat zijn met donkere klei besmeurde hoofd voortdurend van vorm verandert – een plaatje dat niet meer van het netvlies verdwijnt. De man, rapper en acteur Pitcho Womba Conga, bevraagt ons vriendelijk maar dwingend en neemt ons vervolgens mee in zijn theorie over gestold verleden en vloeibare toekomst. Een filosofie waar de dramaturgie van de performance-installatie op rust.

Alle ruimtes zijn gedetailleerd vormgegeven en elke ruimte neemt een nieuw perspectief. Soms zijn we zelf actief en onderdeel van een performance, op een ander moment kijken we toe of krijgen we een lecture. Het collectieve geheugen krijgt een plek aan de hand van een buste van Leoplold II, die met hulp van digitale middelen verschillende, bekende gezichten krijgt. Ondertussen lezen en horen we de opzwepende, nationalistische speeches van bekende wereldleiders. Er zijn lijnen met het heden, waardoor Mount Average ons met de neus op de actualiteit drukt.

In een speels concept van constructie en deconstructie legt Hetzel mechanismen van ontwrichting bloot. Net als in eerdere voorstellingen verweeft hij daarin fijntjes zijn commentaar op de consumptiemaatschappij. Wat minder coherent is het geluidsconcept dit keer, dat worstelt met de verschillende vormen binnen de installatie. De complexiteit van het vormonderzoek hoort bij Hetzels werk, dat altijd beweegt op de scheidslijn van theater en beeldende kunst zoals ook het baanbrekende werk van kunstenaars als Dries Verhoeven dat doet.

De koptelefoon mag ten slotte af voor de laatste en meest theatrale setting van het verwerkingsfabriekje. Giechelend klampt performer Kristien De Proost zich vast. Niet zozeer aan het bescheiden bergje klei op de scene waarin de macht hopeloos ligt samengebald. Maar aan een woord, het woord waar het allemaal om draait. Geniale vondst.

Foto: Marc-Antoine Serra