Als de aarzelende held Katinka gebruikt Jip Smit in Motherland de codes van het fantasy-genre om het publiek in te lijven in een epische strijd tussen goed en kwaad.

Het zijn gouden tijden voor fantasy-liefhebbers. Voornamelijk door de opeenvolgende successen van Harry Potter en Game Of Thrones (en het volwassen worden van een generatie die met videogames is opgegroeid) is het genre tegenwoordig niet meer uit de beeldcultuur weg te denken. De twee meest besproken series van het moment, de Game Of Thrones-prequel House of the dragon en de Lord Of The Rings-prequel The rings of power, tonen de algemene acceptatie van verhalen waarin magie, draken en elfen centraal staan.

Het theater volgde tot nu toe echter maar mondjesmaat, wellicht omdat het immersieve spektakel van een goed fantasy-werk moeilijk naar het toneel te vertalen is. In het bijzonder goed geslaagde Motherland lost Jip Smit dat echter op door terug te gaan naar de oervorm: die van de vertelling. Smit speelt Katinka, een jonge vrouw die gehavend in een bos vol behulpzame dieren terecht is gekomen na een vlucht uit haar moederland. Aan het publiek (wij worden namelijk aangesproken als de bosdieren in kwestie) vertelt ze hoe het zo ver heeft kunnen komen, en stukje bij beetje verzamelt ze de moed om tegen het kwaad ten strijde te trekken – waarbij ze haar toehoorders inlijft als medestrijders.

De voorstelling drijft op drie sterke pilaren: de goed geschreven tekst, Smits geweldige performance en een slimme inzet van publieksparticipatie. Als Katinka windt Smit het publiek moeiteloos om haar vinger: door te vertrekken vanuit haar dankbaarheid jegens de dieren die haar hebben opgevangen smeedt ze meteen een band met haar toehoorders, en ze balanceert mooi tussen jeugdige naïviteit en een sluimerende onverzettelijkheid.

In flashback vertelt ze over haar leven in haar geboorteland, waar vrouwen door een eeuwenoude vloek slechts drie dagen leven, en in die tijd alle levensstadia doormaken. Zelf was ze echter de uitzondering op die regel: een feit dat haar vader verborgen probeerde te houden door haar als jongetje door het leven te laten gaan. Door de uiterste consequenties van de ultrakorte levensduur van de vrouwen in deze patriarchale maatschappij helemaal uit te denken en soms in gruwelijk detail met het publiek te delen, buit Smit met Motherland de metaforische kracht van het fantasy-genre perfect uit.

Ook de andere codes van het genre worden met chirurgische precisie ingezet, met soms hilarische resultaten. Smit begint de voorstelling met een lore dump, een uitleg van de regels van de fantasiewereld vol met onbegrijpelijk jargon, waar ze zo snel doorheen gaat dat het op de lachspieren werkt. Ze voert een mystiek vriendschapsritueel met het publiek uit waarbij we uiteindelijk besprenkeld worden met urine.

Af en toe staat ze plotseling in contact met haar overleden moeder, die haar aanmoedigt de strijd aan te gaan. En uiteindelijk worden we op een heldhaftige monoloog getrakteerd om ons aan te vuren voor het grote gevecht – waarin ze zelfs letterlijk uit The lord of the rings citeert. Het is bijzonder knap dat Smit de clichés tegelijkertijd fileert én van emotionele kracht voorziet.

Wat daarbij helpt is dat de toeschouwers op de eerste rij regelmatig rollen in het narratief krijgen toebedeeld: die van de koning en zijn grote liefde bijvoorbeeld, of die van de love interest die Katinka zelf achter heeft moeten laten. Ook speelt Smit heerlijk met de code van de aarzelende, maar gedoodverfde held doordat ze zich op momenten van twijfel moed laat inspreken door een van haar toehoorders – met een daarvoor zorgvuldig geprepareerde brief onder de stoel van een publiekslid. Zo houden we gezamenlijk het vaste verloop van het fantasy-verhaal in stand, van de verjaging van de held tot haar triomfantelijke heropstanding.

De voorstelling verliest vlak voor het einde net even wat vaart – een romantische scène tussen Katinka en haar verloren liefde is ontroerend en geestig, maar voegt inhoudelijk te weinig aan het verhaal toe. In het heldhaftige slot bewijst Smit echter andermaal de kracht van haar insteek en uitvoering. We kijken reikhalzend uit naar het onvermijdelijke vervolg – het is immers geen fantasy als het maar uit één deel bestaat.

Foto: Casper Koster