Hoewel ik het plan had opgevat om aansluitend aan de discussiemiddag over het Nieuwe Circus de voorstelling Knitting peace van het Zweedse Cirkus Cirkör te bezoeken, werd me aangeraden om die in te ruilen voor Morsure van Compagnie Rasposo uit Frankrijk. Met als argument dat die laatste voorstelling een goed beeld zou geven van circus met een verhaal, het Nieuwe Circus.

In de Staat van het circus, aan het begin van de middag uitgesproken door Filip Strobbe van Brugge Plus, werd gepleit voor een vorm van circus die ‘geen zoet vermaak voor de hele familie’ zou hoeven zijn. Strobbe zei de grenzen tussen circus en andere kunstvormen te zien vervagen, en zou willen dat het circus zich gaat meten met de hogere standaarden van de performing arts. Om een hoger dramatisch niveau te bereiken, een extra laag toe te voegen, zou het circus zich moeten toeleggen op het gebruik maken van rode draden (in overdrachtelijke zin …) en verhalen, gebed in een dramaturgie. Hij wilde kortom circus verheffen tot een kunstvorm.

Ik hoorde deze Staat met toenemende scepsis aan. Al is het circus bij wijze van spreken van de straat (‘the circus comes to town’), het is zonder twijfel ook een kunstvorm. Er worden in het circus kunsten vertoond waartoe andere artiesten niet in staat zijn. Kunsten waaraan een lange opleiding en intensieve oefening ten grondslag liggen, en die in de opbouw van afzonderlijke zowel als in de opbouw van de elkaar opvolgende acts vormen van dramaturgie laten zien. Terwijl in de meeste door mij bezochte voorstellingen die als Nieuw Circus worden gepresenteerd, en van een narratieve dramaturgie zijn voorzien, het niveau van de toegevoegde theatrale elementen (zang, dans, mime) lager ligt dan wat binnen de specifieke genres wordt gepresenteerd.

Maar omdat ik me graag van het tegendeel laat overtuigen, nestelde ik me (na het begin van Knitting peace te hebben bijgewoond) in de Rasposo-tent om de voorstelling Morsure in ogenschouw te nemen. Rasposo werd in 1984 opgericht door Fanny en Joseph Molliens; twee jaar geleden gaven zij de artistieke leiding door aan hun dochter Marie (35), een uiterst begaafde circusartieste. Morsure (wat ‘bijt’ betekent) is haar eerste eigen voorstelling.

Marie Molliens heeft met Morsure direct een eigen stempel op de troupe van haar ouders gezet, het stempel van het Nieuwe Circus. De voorstelling kent een verhaal, een dramaturgie, uitstekende live-muziek en een paar spectaculaire acts, met name die van haarzelf op de barre russe (een door twee mannen vastgehouden lange stok) en het slappe koord.

Het decor van Morsure maakt bij binnenkomst al duidelijk dat we geen circustent zijn binnengelopen maar een theaterzaal. We zien een boudoir, een vrouw in een wit jurkje en een bos bloemen. De vrouw (Marie Molliens) is ongelukkig, smijt de bloemen tegen de grond en gaat de strijd aan met een fors uitgevallen man in een spel van aantrekken en afstoten. Een theatrale opening die in het kader van de theaterdans geen slecht figuur zou slaan.

Op de website van het gezelschap kun je lezen dat Marie werd geïnspireerd door Fellini en Visconti, door Stefan Zweig en Marguerite Duras. Haar voorstelling valt in drie delen uiteen: heden, verleden (met een flashback van de aankomst van Anita Ekberg op het vliegveld van Rome uit La dolce vita, compleet met poedel!) en een epiloog. Tussen de theatrale scènes door vertonen Marie’s vijf mannelijke collega’s niet al te indrukwekkende circusacts, bekende acrobatische hoogstandjes waartegen de adembenemende toeren van Marie, om wie uiteindelijk de hele voorstelling draait, in positieve zin afsteken.

Speciale vermelding verdient de epiloog. Als de speelvloer spelenderwijs is afgesloten door een stalen kooi en je het brullen van wilde beesten verwacht, schuift de spiegel op het boudoir omhoog en springt Mehdi Azema door de donkere opening de piste binnen. Even knipper je met je ogen want de manier waarop Azema zich langs het hek, door de piste en over de tafel beweegt lijkt in alles op de soepele tred en sprongkracht van een tijger. De dompteuse, Maries’s moeder Fanny, kijkt hem geamuseerd aan, waardoor je je angst dat Azema ook zal gaan bijten, snel overwint. Even soepel als hij door het raam naar binnen sprong, verlaat hij na het voltooien van zijn act langs dezelfde weg de kooi, het publiek verrukt achter latend.

Nu de hamvraag: voegt een voorstelling als Morsure iets toe aan het genre circus? Is het ‘nieuw’ genoeg om te boeien en te overtuigen? Afgaande op de reacties van het publiek, kon ik vaststellen dat het na afloop op de banken stond en de artiesten keer op keer terughaalde. Een succes was deze voorstelling dus zeker. Zelf had ik mij ook geamuseerd, maar uiteindelijk toch vooral met de kunsten van Marie Molliens en van Mehdi Azema. De theatrale inbedding vond ik vooral aardig, niet altijd origineel of dwingend genoeg. Toch zou het de moeite waard zijn om een voorstelling als Morsure in een theaterzaal te laten zien. En dan niet gepresenteerd als circus maar als theater. Als kunst, zal ik maar zeggen.