Een voorstelling over een beruchte en nooit opgeloste moordzaak uit de Nederlandse geschiedenis. Niet direct iets wat je verwacht van Sjaak Bral, de Haagse cabaretier die vooral bekend is van zijn klassiek aandoende oudejaarsconferences. De moord op Blonde Dolly, een voorstelling over de gelijknamige Haagse prostituee die in 1959 in haar woning werd gewurgd, is een aangename verrassing. Geen klassiek cabaret, maar spannend documentair theater.

Brals voorstelling past binnen de trend om (cabaret)voorstellingen te maken over historische gebeurtenissen. Diederik van Vleuten begon daar een aantal jaar geleden mee, tot groot enthousiasme van pers en publiek. Wat zijn programma’s zo indrukwekkend maakt is dat hij grote historische gebeurtenissen steeds weer in verband weet te brengen met zijn persoonlijke geschiedenis en die van zijn familie. Bij Bral is de aanleiding helaas wat willekeuriger: iemand zegt een keer tegen hem dat hij zo ontzettend op de moordenaar van Blonde Dolly lijkt. Even later komt hij erachter dat zijn moeder Blonde Dolly een keer ontmoet heeft. Bral ziet parallellen tussen het leven van zijn moeder en dat van de Haagse prostituee en raakt zo langzaam gefascineerd.

De parallellen tussen het leven van Brals moeder en Blonde Dolly zijn echter niet bijster interessant en Bral werkt die parallellen ook nauwelijks uit. Veel fascinerender is de moordzaak zelf. Blonde Dolly, bijnaam van Sebilla Niemans, leidt een dubbelleven – ’s avonds prostituee, overdag getrouwd met een keurige violist – en wordt onder geheimzinnige omstandigheden vermoord in haar woning aan de Nieuwe Haven in Den Haag. Ze wordt aangetroffen met 550 gouden tientjes om zich heen en tijdens het politie-onderzoek worden allerlei bewijsmaterialen verduisterd, waaronder een blauwe agenda waarin de namen van prominente klanten van Dolly zouden staan.

Een spannende zaak dus, en Bral maakt er ook spannend theater van. Hij bouwt de voorstelling echt op als een detective, en langzamerhand beginnen ook wij als toeschouwers ons af te vragen wie nu toch de moordenaar zou kunnen zijn. Bral wisselt tussen zijn eigen perspectief en dat van personages die haar van dichtbij gekend hebben. Daardoor krijgt de voorstelling een prettige dynamiek. Ook heeft Bral veel foto- en videomateriaal meegenomen, waaronder foto’s van Dolly’s klanten die opgeroepen werden voor verhoor.

Jammer genoeg zit er iets te veel herhaling in de voorstelling. Zo vertelt Bral ons aan het begin van de avond het verhaal over zijn moeder en krijgen we dit verhaal aan het eind van de voorstelling nog een keer te horen, dit keer verteld door Brals moeder zelf, op video. Ook zijn niet al Brals typeringen even sterk. Zijn imitatie van de hond – die op de avond van de moord tot diep in de nacht bleef doorblaffen – en de nagespeelde dissectie van het lijk voegen inhoudelijk weinig toe en hoewel grappig bedoeld zijn ze vooral een beetje flauw. Niettemin slaagt Bral er op veel momenten wel degelijk in om ons mee te nemen in de geheimzinnige wereld van Blonde Dolly. Hij heeft bovendien een fijne toon te pakken, luchtig maar toch spannend. Op die manier blijft de voorstelling boeiend en slaagt Bral in zijn opzet om het leven van Blonde Dolly tot een spannende theaterthriller te maken.

Foto: Alex de Jong