Erik van Muiswinkel ontpopt zich als een man die de artistieke erfenis van overleden of in de vergetelheid geraakte collega’s wil veiligstellen, ook al is dat misschien maar voor de duur van een theaterseizoen. In een vorig programma werd het standbeeld van Drs. P afgestoft en versierd en nu wordt het publiek aan de hand van drie liedjes duidelijk gemaakt dat we met het overlijden van Jeroen van Merwijk een grootmeesterlijk taalkunstenaar zijn kwijtgeraakt. Het is tenslotte een schande dat een van de mooiste woorden van Van Merwijk zo waar is gebleken: Jeroenpostuumopjuistewaardeschatting.

De waardering voor de Nederlandse taal staat bij Van Muiswinkel niet gelijk aan taalpurisme, waar Drs. P last van had. Hij vond dat woorden die eindigen op -ei en -ij eigenlijk niet rijmen. Voor Van Muiswinkel geldt: let niet op de spelling, geniet van de schoonheid. Waarom zou je een Syrische hersenchirurg die naar Nederland is gevlucht sociaal omlaag willen trappen omdat hij de complexe en vaak onlogische Nederlandse spelling nog niet onder de knie heeft?

En dan zijn we meteen bij de titel van het programma: Moojen ligjes in de lugt. De woorden komen uit een lief, kort gedichtje van de toen zesjarige dochter van Van Muiswinkel, die voor het jaar 2000 een nieuwjaarswens had geschreven voor de kaarten die de familie Van Muiswinkel rondstuurde in dat bijzondere jaar.

OUD EN NIEW
BEGINT MET
MOOJEN LIGJES IN DE LUGT
HEEL MOOI
SAAVONS

Dertien woorden met een handvol spelfouten (ofschoon de tekst volgens Van Muiswinkel verdacht veel lijkt op het achttiende-eeuwse Nederlands), maar van een verpletterende schoonheid. De ellenlange lijst van voorschriften van de diverse spellingcommissies is in de ogen van Van Muiswinkel puur treiteren, net zoals het Groot Dictee der Nederlandse Taal een vorm van martelen is.

In buitengewoon geestige, korte conférences behandelt de cabaretier diverse wonderlijke taaluitingen, zoals de mallotige teksten die PR-bureaus hebben bedacht om gemeentes aan te prijzen: ‘Van Hattem welkom.’

Het is niet alleen maar lol, als Van Muiswinkel een paar keer voorbijgaat aan de ‘moraalhuiver.’ Hij gooit het begrip ‘vijf voor twaalf’, dat zo vaak wordt gebruikt om de klimaatproblemen aan te pakken, op de vuilnisbelt. ‘Het is kwart over twee en veel te laat voor paniek.’ We moeten gewoon accepteren, dat het niet gaat lukken om de mens te redden. Laten we ons geen zorgen maken over de planeet, want die redt zich wel.

Al grappend en filosoferend wandelt de ontspannen Van Muiswinkel, ondersteund door toetsenist-bassist Guus van Marwijk en gitarist Paul Remmelts (die zijn instrument bespeelt vanachter de licht- en geluidtafel achter in de zaal) van de ene naar de andere taalkunstenaar. Zo worden onder meer Jeroen van Merwijk (zijn vertaling van ‘Hallelujah’ van Leonard Cohen overtreft het origineel ruimschoots, vond Van Merwijk zelf), Pieter Bouwman, Justus van Oel, Ivo de Wijs, Battus (Hugo Brandt Corstius) en Mike Boddé naar voren geschoven. Op tafel liggen van enkele van deze schrijvers boeken, waar Van Muiswinkel passende fragmenten uit haalt. Koop/leestip: Zupheul, Febbo, en de kleine Grakjesbembaaf, kortweg Jan, het nauwelijks verkochte boek van Mike Boddé. Absoluut geniale, krankzinnige taalcapriolen.

Na het uiteenvallen van het duo Van Muiswinkel & Van Vleuten richtte Diederik van Vleuten zich op historische en persoonlijke theatercolleges. In feite volgt Van Muiswinkel nu diezelfde weg met ‘de beste taal ter wereld’ als onderwerp. Net zo indringend en onderhoudend, maar wel met meer muziek en meer grappen dan in de programma’s van zijn vroegere podiummaatje. Een geweldige avond die de stapel te (her)lezen bundels weer een stukje hoger maakt.

Foto: Bob Bronshoff