In haar eerste onderzoeksvoorstelling bij het Noord Nederlands Toneel lijkt Eline Arbo in eerste instantie een behoorlijk voorspelbare ironische insteek te hanteren. Al snel blijkt echter dat ze met Monte Verità veel ambitieuzere plannen heeft.   

Net als in haar afstudeerwerk Manifesten richt Eline Arbo zich in Monte Verità op een verzameling idealisten – in dit geval een nudistisch-socialistische commune die rond het begin van de twintigste eeuw op de gelijknamige Zwitserse heuvel werd gesticht. In het eerste deel van de voorstelling maken we kennis met de verschillende leden van de groep terwijl ze verslag doen van hun idealen en aanvaringen.

De vorm waarin Arbo dit giet, stelt enigszins teleur. De ironie druipt er vanaf moment een vanaf; de communeleden zijn eigenlijk al niet serieus te nemen als ze nog in harmonie leven, laat staan als ze op compleet stereotype wijze met elkaar in conflict raken – uiteraard wordt iedereen het zweverige gezwets van de goeroe zat, uiteraard krijgt de meest kapitaalkrachtige van het stel overal de schuld van en uiteraard verlaagt de feministe zich tot slut shaming als haar man de vrije liefde in de praktijk brengt.

Lekker makkelijke manier om idealisme belachelijk te maken, denk je dan. Gelukkig is Arbo way ahead of you. In een schitterende volgende scène is plotseling de moderne mens het doelwit van haar satire: de vijf spelers zakken steeds meer naar de grond terwijl ze zich uitputten in hedendaagse smoesjes om maar niet het goede te hoeven doen – wat maakt het ‘op wereldniveau’ immers allemaal uit? Als er daarna meteen een sterk gevonden handchoreografie volgt die op subtiele en relativerende wijze alle levensovertuigen met elkaar gelijkschakelt weet je dat je al je eerste verwachtingen bij het oud vuil kan zetten.

Hoe meer de voorstelling vordert, hoe meer het er namelijk op lijkt dat Arbo met een duivelsuitdrijving bezig is. Door alle mogelijke politiek-artistieke strategieën een voor een door haar spelers (en muzikant/componist Thijs van Vuure) uit te laten proberen (o.a. ironische relativering, harde satire, abstract ritualisme, drammerig vormingstheater en directe smeekbedes) pelt ze de codes van het politieke theater geduldig af om een vorm te zoeken die haar (en de huidige tijd) het beste past.

Het is een soms pijnlijk en langdradig proces – vanwege de dappere, experimentele aanpak werken lang niet alle individuele scènes even goed en sluiten ze al helemaal niet bevredigend op elkaar aan. Maar eigenlijk doet dat er in het geheel van de voorstelling niet zoveel toe: de opzet van Monte Verità heeft iets adembenemend ambitieus, en het gevoel dat we gezamenlijk naar nieuwe strategieën op zoek zijn (voor zowel het theater als voor de samenleving als geheel) en alle achterhaalde vormen achter ons kunnen laten is onweerstaanbaar.

Foto: Iris Pepping