Diepdonkere wolkenluchten en een zwarte zee. Het uitzicht van het hotel van de oude Mees is niet hetzelfde van dat van zijn hotel op Batavia, waar je de zon kon zien opkomen boven de palmenkruinen. Zijn herinneringen aan Indië beginnen bovendien langzaam te vervliegen.

Daarom doet Mees (Bram van der Vlugt) zijn uiterste best er daar zoveel mogelijk van op te halen. Elk jaar spreekt hij af met zijn oude minnares Alice (Kitty Courbois) en haar zoon Ferdy (Thom Hoffman) om in zijn hotel de bevrijding van Nederlands-Indië en de bommen op Nagasaki en Hiroshima te vieren.

Acteur Eric Schneider (zelf opgegroeid in Indië) schreef de tekst van de voorstelling Moesson. De aanzet ervan is interessant: drie mensen met hun wortels in een niet meer bestaand land, waar ze alleen nog maar herinneringen aan hebben, maar waaraan de herinneringen verschillen. Alice en Ferdy hebben een kampverleden, terwijl Mees naar Australië ontkwam. Daardoor is hun perspectief op de oorlog en op een eventueel gezamenlijke toekomst na de Oorlog een totaal andere. Dat zou interessante conflicten hebben kunnen opleveren, gegrond in een wat onderbelicht onderdeel van de recente Nederlandse geschiedenis. Maar helaas gaat Moesson daar niet over.

In plaats daarvan is Moesson een rommelige en stroperige toneeltekst over twee oudere mensen die al vijfenveertig jaar worstelen met hun vroegere geheime liefdesrelatie en een zoon die zich daar al vijfenveertig jaar boos over maakt. En dan is er natuurlijk nog een Nooit Uitgesproken Geheim. Het allermerkwaardigste van de tekst is nog dat te pas en te onpas herinneringen uit het Batavia van voor de oorlog worden opgehaald alsof Alice en Mees elkaar voor het eerst sinds de bevrijding terugzien, terwijl ze dit feestje elk jaar zeggen te hebben. Natuurlijk is dat om ons toeschouwers expositiegewijs een eindje op weg te helpen, maar wel met krampachtige dialogen als resultaat.

Net zo vaag zijn de plotseling uit de lucht vallende conflicten. Waarom doet iedereen in al die decennia precies vandaag ineens zo anders tegen elkaar en waarom komt de zoon nu opeens met het Grote Geheim op de proppen? En los van het Grote Geheim is de situatie van de drie personages ook weer niet zo dramatisch dat de voorstelling melodramatisch naar een climax geschreeuwd hoeft te worden.

Regisseur Ger Thijs slaagt er niet in de wankele tekst recht de regisseren. Daarvoor lijken de acteurs teveel in drie verschillende toneelstukken te staan. Bram van Vlugt laat zijn oude rokkenjagende feestneus vooral een geslaagde geestige toon aanslaan, terwijl het personage van Kitty Courbois juist doorlopend overdreven serieus is. Thom Hoffman speelt totaal zijn eigen voorstelling door met een overtrokken speelstijl een personage te spelen dat uit een Shakespearetragedie lijkt te zijn weggelopen.

Het resultaat is een warrig stuk toneel dat maar niet wil worden wat het beloofde te zijn: een indrukwekkende voorstelling over ons Indisch verleden. Het onbegrip van de Nederlanders voor de na de oorlog terugkerende Indische Nederlanders, het verwerken van het kampverleden en de door de kampen verwoeste familierelaties, de gewelddadige Bersiap-periode die de bevrijding voor de Nederlands-Indiërs nauwelijks tot een bevrijding maakte. Het zijn belangrijke thema’s die in Moesson slechts zijdelings worden genoemd, maar nooit worden opgepakt. En dus blijft er slechts een weinig indrukwekkend familiedrama over.

Foto: Ben van Duin