Artistiek directeur Robert Battle van het Alvin Ailey American Dance Theatre is geen onbekende in Nederland, al sinds 2003 is zijn werk met enige regelmaat te zien bij Introdans, zo ook binnenkort met zijn choreografie The Hunt. Afgelopen weekend kwam Battle met zijn eigen groep naar Nederland voor vier uitverkochte zalen. De fantastische dansers zijn onmiskenbaar de drijvende kracht.  Het Alvin Ailey American Dance Theatre werd in 1958 opgericht door de naamgever tijdens de Civil Rights Movement. Het was het eerste gezelschap voor dansers van kleur. De diversiteit van dansers en choreografen die werk creëren staat nog steeds voorop.

De opzet van het programma in Rotterdam is interessant. Als opening is er een recente choreografie te zien van Darrell Grand Moultrie die deze zomer in het Lincoln Center in New York in première ging. Twee korte stukken van huidig artistiek directeur Battle uit 2003 en 2008 vormen het hart van het programma. De avond wordt besloten met de klassieker Revelations van oprichter Ailey uit 1960. Toch is de lange afstand die in tijd wordt overbrugd met deze stukken niet in de dans terug te zien, ook doordat alle drie choreografen verschillende stijlen en technieken in hun stukken vermengen.  

Vooral Darrell Grand Moultrie liet zich inspireren door Ailey, waardoor het werk uit 2019 wat gedateerd overkomt terwijl Ailey’s in 1958 gemaakte Revelations opmerkelijk vitaal is gebleven. Dat heeft vooral te maken met de good old modern dance die we inmiddels in Nederland steeds minder zien maar die in de Verenigde Staten nog alive and kicking is.

Ook de opzet van het eerste en laatste stuk vertoont veel overeenkomsten. Korte delen, gekoppeld aan een muziekfragment of een enkele keer een gesproken tekst, volgen elkaar op met black-outs ertussen die regelmatig een enthousiast applaus aan de zaal ontlokken. De scènografie bestaat uit het lichtbeeld met van het achterdoek en de vloer afspattende felle kleuren die een warme ruimte scheppen. 

Ounce of Faith gaat over hoe belangrijk het is dat er in je wordt geloofd, al is dat maar door één iemand. De titel van het grotendeels met gebalde vuisten gedanste Juba verwijst naar een dans die zijn oorsprong vindt bij de plantages. De tot slaaf gemaakten gebruikten hiervoor het eigen lichaam als slaginstrument. Handen slaan of stompen en stampen om te kunnen communiceren. De drie mannen en een vrouw in Juba vormen regelmatig een keten of bewegen zich in een vierkant waarin een van hen soleert. De door Yannick Lebrun gedanste solo In/Side op het door Nina Simone gezongen Wild is the Wind springt uit het programma, Lebrun beweegt zich als een emotionele storm over het toneel, soms als wervelwind, op andere momenten zijn zijn beweegredenen meer verinnerlijkt.

Toch maakt Revelations het meeste indruk. Ailey’s klassieker waarin thema’s van de spirituele gezangen, gospel songs en blues in de dans doorspelen. Terwijl Revelations verwijst naar slavernij, is de choreografie geen scherpe kritiek op een koloniaal systeem. Eerder is Revelations een portret van pijn en hoop, dat door de dansers naar een uitgelaten einde wordt gestuwd.

Een bomvolle zaal met een diverse cast op het toneel en een divers publiek in de zaal. In Rotterdam begint men te begrijpen hoe dat werkt. Nu de rest nog. 

Foto: Paul Kolnik