Negen jaar en twaalf delen heeft het Karlijn Kistemaker gekost om een theatrale vertaling te maken van het boek Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel Garcia Márquez. Met een imposante long take als afsluitend drieluik heeft Kistemaker haar artistieke zoektocht tot een prachtig einde gebracht.

In de voorgaande negen delen bleek al dat Missie Márquez geen gebruikelijke boekbewerking zou worden: pas vanaf het vierde deel bracht Kistemaker ook daadwerkelijk scènes uit Honderd jaar eenzaamheid ten tonele. In plaats daarvan werd het een magisch-realistische vertelling over Kistemakers worsteling om dit boek naar een toneelvorm te vertalen. In deze ‘literaire safari’, zoals ze het zelf noemt, toont Kistemaker ons hoe momenten uit haar zoektocht samenvallen met de geschiedenis van de familie Buendía uit het boek van Márquez. Zo spiegelt Kistemaker in haar vertaalpoging regelmatig José Arcadio Segundo, die geobsedeerd poogt de teksten van de mysterieuze Melquiades te ontrafelen.

Hoewel de laatste drie delen als long take (een film die in één take is opgenomen) zijn gemaakt, is er niets van de charme van Kistemakers stijl verloren gegaan. De theatraliteit wordt met alle liefde omarmd, we zien acteurs omkleden en af en aan uit hun rol stappen, en het publiek wordt vrijwel voortdurend direct aangesproken door Kistemaker en haar spelers.

Haar magisch-realistische esthetiek valt het beste te omschrijven als jeugdtheater voor volwassenen. Het is een vormkeus die het ietwat egocentrische narratief niet onaangenaam maakt: er is een volledige omarming van de knulligheid die komt kijken als je met een beperkt budget in twaalf delen een roman van 492 pagina’s voor het theater gaat bewerken. Niemand in haar omgeving wordt gespaard en Kistemaker zelf al helemaal niet.

Meer dan de vorige delen gaat dit laatste drieluik over kunstenaarschap. Een van de vroegste scènes toont hoe Kistemaker tijdens de uitreiking van de BNG Theaterprijs 2019 geconfronteerd wordt door een andere kunstenaar die haar werk achterhaald vindt. Ze bespot de lokale Colombianen wanneer ze hen opzoekt en daar een documentaire over maakt, de stijl van haar werk is ouderwets en zij is als kunstenaar niet ‘beyond beyond‘. Wanneer ze vervolgens de BNG Theaterprijs en de daarbij behorende 45.000 euro wint, raakt ze in een artistieke crisis en wil ze het project niet afmaken. Terwijl de familie Buendía en het dorpje Macondo het einde der tijden aan zien komen, dreigt ook Missie Márquez gedoemd om te mislukken.

Door Kistemakers artistieke worsteling als kunstenaar centraal te zetten overstijgt het afsluitend drieluik de voorgaande delen. Niet langer gaat het om de praktische hindernissen van een boekbewerking – zoals de uitgever die met een nieuwe vertaling voor allerlei licentieproblemen zorgt – maar over hoe onze theatersector functioneert en wat dat op persoonlijk niveau voor gevolgen heeft. Zoals het bestuur van een gezelschap dat niet luistert naar de zorgen en twijfels van een regisseur, maar haar onder druk zet omdat ‘de hele kunstensector op haar rekent’. Acteurs die overwerkt zijn, maar waar regisseurs geen gehoor aan geven. Theatermakers die hun eigen praktijk achter zich laten en zich op nieuwe genres storten enkel omdat dat visionair en hip is, en zo de kritiek op hun eerdere werk kunnen negeren.

Het doet de vraag meermaals rijzen waarom we jonge kunstenaars zo enorm onder druk zetten om te presteren en innoveren, zonder hen de ademruimte te geven om hun eigen praktijk te onderzoeken en hen een veilige werkomgeving te bieden waar hun problemen gehoord worden. Het is een belangrijke laag die in vorige delen vaker wel dan niet ondergeschikt was aan de humor die uit de praktische problematiek voortkwam.

Wanneer in het boek de apocalyps uitbreekt, breekt in deel 12 de coronapandemie uit. De moeder van scenograaf Calle de Hoog (in praktisch alle delen vertolkt door Sophie Höppener) raakt besmet en overlijdt aan covid-19. Even lijkt het finale doodsteek van het project, maar Kistemaker weet hiermee respectvol en fijnzinnig het eind van haar zoektocht in te leiden. Haar zoektocht naar de betekenis van Honderd jaar eenzaamheid eindigt in het besef dat afscheid nemen een belangrijk en wezenlijk onderdeel is van het leven. Ja, het doet pijn. Ja, het is eng. Maar obsessief blijven vasthouden aan een project, of een overleden familielid niet kunnen loslaten, enkel omdat je bang bent voor de verandering die plaatsvindt zodra je het laat gaan, is zelfdestructief en veroorzaakt enkel meer leed.

Ondanks dat de humor bij vlagen wat flauw is en er tegen het einde nog wat lichtelijk gehakkeld wordt met de tekst, is Missie Márquez – deel 10, 11 & 12 een indrukwekkende long take theaterfilm geworden met een belangrijke boodschap, zeker zolang we nog in deze pandemie zitten: afscheid nemen is noodzakelijk om te kunnen helen en groeien als persoon. Afscheid nemen is niet het einde. Zoals de familie Buendía voortleeft in het boek Honderd jaar eenzaamheid, zo leven onze dierbaren nog altijd voort in onze herinneringen.