Bijna onmerkbaar verkleurt de achterwand van blauw naar romig wit. Het zachte, verende tapijt voor de dansers blijft wel blauw. Het oogt geruststellend en biedt beschutting. Afgezien van de soundtrack door dj Gary Shepherd wekt de dansruimte grote stilte.

Ontwerper Theun Mosk moet geïnspireerd zijn door de twee schrijvers die dansen in Microcosm, a danced conversation: Arnon Grunberg en Charlotte Van den BroeckHet is alsof de gedanste ruimte hun schrijfplek is. Dat idee wordt bevestigd door de entree van de beide auteur-dansers. Ze betreden onwennig de ruimte, kijken rond, beginnen aarzelend hun bewegingen alsof ze de eerste zinnen noteren. Geleidelijk komt er vaart en inspiratie. Hun lichamen zwieren over de vloer als dansende pennen.

Hoe het begon, twee auteurs op het danspodium? Van den Broeck en Grunberg traden gezamenlijk op tijdens de Buchmesse van 2016, toen Nederland en België ‘speerpunt’ waren. Ze begonnen aan een correspondentie waarin schaamte en angst de sleutelwoorden waren. Daarop suggereerde Van den Broeck dat ze moesten gaan dansen, ‘om als woordloos lichaam bekeken te worden’. Na enig zoeken bij onder meer het Nederlands Dans Theater (vergeefs) vonden ze choreograaf Nicole Beutler bereid hun fysieke ontdekkingstocht tot theater te maken.

Beutler deed een geweldige vondst voor Microcosm. Ze bedacht dat ze de beide auteurs een ervaren danser als begeleider moest geven, in de personen van Liah Frank en Rob Polmann. Dat levert prachtige harmonieën en contrasten op. De ervaren dansers vormen een schaduwbeeld van de onwennige, niet-getrainde, debuterende schijverdansers.

En zo gaat het kwartet een uur lang een vrolijke en intieme relatie met elkaar aan. Niet dat Grunberg (50) en Van den Broeck (30) zomaar iets doen, integendeel. Beutler heeft stevig en lang met hen geoefend, Van den Broeck heeft een krachtige presence en Grunberg heeft iets bijzonders over zich, alsof hij met een schuin oog zijn partners in de gaten houdt en doet ofwel imiteert wat zij doen. Dat werkt goed.

De fysieke taal van de dans lijkt ver weg te staan van de geschreven of gesproken taal. Maar dat is schijn. Eigenlijk doen de schrijverdansers op dat zachte pluche van de dansvloer hetzelfde: hun bewegingen zijn als zinnen, soms lang, dan kort, hoekig of vloeiend. Ze vertrouwen elkaar volkomen en bouwen gezamenlijk prachtige sculpturen. Ze rennen en liggen stil op de grond, maken de lenige split (Grunberg!) of steunen elkaars voeten op die van de ander (Van den Broeck!).

Spannend is het wanneer Grunberg een bijna horizontale, voorwaartse sprong van Frank opvangt met arm en zelfs kin. En dan wordt er opeens gesproken. Ging er iets fout? Greep hij mis? Grunberg doet een fijn partijtje luchttennis en in een andere scène houdt hij zich vast aan de muur, als aan een barre. Daar doet hij zijn oefeningen, met brutaal-ontwapenende blik de zaal in, zo van: ‘Kijk mij eens.’ Van den Broeck oogt, ook door haar professionele outfit, al heel wat gevorderd. Er is ook een interessant spel met de kostuums, van Jessica Helbach. De dansers beginnen in het gekleed blauw, treden geleidelijk aan ontbloter op en eindigen in meer kleurrijk dessin.

Perfectie is natuurlijk vaak het streven bij dans. Het lichaam in het volle licht wordt, vanuit het donker, bekeken door talloze ogen. Hier is perfectie niet zozeer het eerste doel, eerder de weg erheen. Je herkent primaire dansoefeningen, zoals evenwicht houden en draaiingen maken. Dat maakt Microcosm herkenbaar en ook speels.

Aan het einde gaat er iets mis, althans zo lijkt het. De dansers zoeken contact met het publiek, alsof ze een enkele toeschouwer willen uitnodigen óók op het podium te komen. Maar dat gebeurt niet, zodat er iets onbestemd blijft hangen. Dat is jammer, nu ontbeert de uitvoering een duidelijke markering aan het slot.

Foto: Anja Beutler