Een voorstelling maken is veel fijner dan haar spelen. Micha Wertheim vergelijkt het in Micha Wertheim voor je het weet met poepen. ‘Het gevoel dat er iets aan komt is lekker, het poepen zelf een beetje vies.’ Dus heeft hij bedacht dat hij maar het beste kan blijven ‘maken’. De deadline, het onverbiddelijke tijdstip dat een voorstelling af moet zijn en goed genoeg, voor je publiek, verschuif je gewoon naar het einde van de avond. Dat is logischer, want dán is het immers klaar. Zo niet, dan is het einde gewoon zoek.

Bovendien: de lat ligt na zijn vorige programma Micha Wertheim voor de zoveelste keer (‘een geniaal programma, ik weet het’) zó hoog dat iemand een keer de moed moet hebben te zeggen: klaar, niks meer aan doen. Dan kun je je vervolgens permitteren elke avond met een writersblock het podium te delen.

Wertheim zit, als de zaal volloopt, geconcentreerd te tikken op een laptop. We kunnen het zien op het enorme scherm achter hem. Hij tikt wat hij ziet. En wat hij doet of gaat doen. Of streept het weer door. En dan gaat hij uitgebreid over zijn kinderen vertellen. Een tweeling. Terwijl hij een pesthekel heeft aan cabaretiers die met hun kinderen op de proppen komen.

Maar Wertheim komt ook hier, net als gedurende de hele voorstelling, met vergelijkingen die alleen uit zijn brein kunnen komen. Het onderwerp mag een platgetreden pad zijn, als je er met hem over wandelt, kom je langs vele niveaus van de humor. En hij is dankzij die kinderen nog gelukkig ook tegenwoordig. En milder! Nogal funest in zijn vak.

Het is opnieuw, zoals bij nagenoeg alle programma’s van Micha Wertheim, niet te doen de inhoud van zijn voorstelling in een paar regels te beschrijven. Hij heeft wéér een konijn uit zijn hoed getoverd om met vorm en inhoud origineel voor de dag te komen. Hij stapelt laag op laag, zit voortdurend dyslectisch achter zijn laptop aan zijn voorstelling te schaven, ontregelt en treitert.

Je moet gaan zitten en Wertheim over je heen laten komen. Met die wat paniekerige stem waarmee hij verhalen vertelt die zo ontsporen dat wijlen Toon Hermans er jaloers van zou worden: hij fileert de Coffee Company tot op het bot, raakt over zijn toeren in een verhaal over zijn bezoek aan de tandarts en wie na het zien van Voor je het weet een ober in een restaurant hoort uitleggen wat er allemaal op je bord ligt, krijgt nu de slappe lach.

Het geweldige van Wertheim is dat hij nergens de lach echt zóekt, maar die gedurende anderhalf uur bijna achteloos binnenhaalt. Niet voor niks valt zijn droogkomische vertelstijl ook in Angelsaksische landen in hele goede aarde. Er is geen moment dat je wilt afdwalen, geen moment dat je niet met minstens een brede glimlach naar hem kijkt en luistert.

Naar verluidt, speelt hij wel eens in zalen die half vol zitten.

Geen grap.

Ongelooflijk.

PS: de toegift met behulp van de laptop is alleen al de prijs van het kaartje waard.

(foto: Clemens Rikken)