Deze lente maakt Brigitte Kaandorp een korte tournee met het Metropole Orkest. Daarbij speelt ze opvallend weinig eigen repertoire en zoekt ze vooral aansluiting bij het repertoire van het Metropole. Tussendoor speelt ze haar vaste en vertrouwde rol van stuntelige gastvrouw, die de boel ontregelt door zogenaamd per ongeluk veel te lang aan het woord te zijn, rare opmerkingen te maken en volop te flirten met de dirigent en de muzikanten.

Toch wordt het niet de grote Brigitte Kaandorp-show. Mooi is dat Kaandorp het orkest in deze voorstelling veel ruimte geeft. Soms verdwijnt ze zelfs van het toneel zodat alle aandacht naar de muziek gaat. Het orkest speelt een aangename mix van muziekstijlen, van pop tot jazz en van rap tot klassiek. Hierbij zijn de makers veelal op zoek gegaan naar kruisbestuivingen tussen humor en muziek. Zo is er een grappig muzikaal duet tussen Kaandorp en één van de orkestleden, die haar met de klanken uit zijn trombone probeert te verleiden, en spelen vier cellisten een komische solo op één cello.

Door al die muzikale grapjes voelt het allemaal ook wat vrijblijvend. Bovendien zitten er niet echt memorabele nummers in de voorstelling. Metropole volgens Kaandorp is een leuke gelegenheidsvoorstelling, maar ook niet meer dan dat. Dat Kaandorp zo weinig eigen repertoire zingt, draagt zeker bij aan dit vrijblijvende karakter. Op zich is het een begrijpelijke keuze, want Kaandorp zong de afgelopen seizoenen al vaker haar mooiste liedjes (bijvoorbeeld in Kaandorp Grande de Luxe uit 2014), maar een aantal van haar beste en meer serieuze liedjes had de voorstelling, die nu soms te veel doorslaat naar de flauwe humor, meer in balans kunnen brengen. Het mooie openingsnummer ‘Ik ben een eiland’ en de toegift, een prachtige vertolking van ‘’t Is over’ van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink, smaken absoluut naar meer.

Er zitten ook een paar echte missers in de voorstelling. Zo is Kaandorps Wagner-vertolking erg flauw en blijft er in deze uitvoering, waarin Kaandorp zelf alle rollen speelt en voortdurend van hoedje wisselt, ook muzikaal weinig van over. Ook de fragmenten van een natuurdocumentaire, op een groot scherm en begeleid door gevoelige, illustratieve muziek van het Metropole, is niet sterk. Dit nummer komt niet alleen volkomen uit de lucht vallen, maar is ook tamelijk smakeloos en sentimenteel.

Gelukkig staan hier meer geslaagde nummers tegenover, zoals Kaandorps ode aan Amy Winehouse, een deels in het Nederlands vertaalde en bewerkte versie van ‘Back to Black’. En ook Kaandorps parodie op het televisieprogramma Tussen kunst en kitsch is erg vermakelijk. Over het geheel genomen is Metropole volgens Kaandorp vooral een vrolijke lentevoorstelling, met een aantal mooie liedjes en grappige onderonsjes tussen Kaandorp en het orkest.