Lisa Ostermann heeft de hele tijd honderdduizend gedachten tegelijk en het zijn niet altijd allemaal even vrolijke gedachten. Alles heeft heel veel kanten. In plaats van terug te praten als iemand iets zegt, denkt ze diep na over al die kanten. Dat doet ze ook, hardop, in haar eerste avondvullende voorstelling. Een adembenemende inkijk in dat overvolle hoofd van haar dat een bomvol debuut oplevert.

De inloopmuziek is direct al ontregelend. Meezingers van Nederlandse bodem op een iets te hoog volume. Het fraaie decor, een beetje een hoerige arena, badend in roze licht, roept associaties op aan nachtclubs van vergane glorie. En ineens springt daar Lisa uit de coulissen, in een rode, gedateerde sexy jurk. Ontspannen zingt ze wat vette smartlappen, ondertussen het binnenlopende publiek vrolijk toesprekend.

Ze heeft een tijdje terug in dit ‘Oostblokprostitutiegewaad’ gezongen als Blonde Trees in een Amsterdams verzorgingstehuis, legt ze uit wanneer het zaallicht is gedoofd. Ze werd daar opgehaald voor autorijles door haar rijinstructeur. Deze Danilo is de koning van de op filosofische leest geschoeide, Cruijfiaanse kraakheldere oneliners. Hij debiteert waarheden als koeien die vaak nog rijmen ook en twijfelt nergens aan. Dat is niet alleen handig bij het autorijden, maar ook in de rest van het leven.

Ostermann stelt zichzelf de hele tijd vragen. Wat is een goeie eerste vraag om te stellen bij een eerste ontmoeting met een Tinderdate? Hoe weet je zeker dat iemand de ware is? Kun je een makelaar die nog bij zijn moeder woont wel serieus nemen? Hoe hou je het gezellig op familieverjaardagen? Zijn mannen grappiger dan vrouwen? Hoe wordt je een verleidelijke vrouw? Loop je ook op hoge hakken op een dag dat je verder niemand ziet? En is het wel zo leuk om er als een geisha bij te lopen als de sliert van je kimono de hele tijd in de toiletpot hangt?

Wanneer je zo tobberig in het leven staat als Ostermann en je je gedachten niet kan stilzetten, zijn er maar een paar dingen die helpen en rust brengen. Voetbalwedstrijden, omdat je je dan negentig minuten kunt concentreren op maar één ding tegelijk. Op het podium staan als cabaretier helpt ook. Dat is een baan waarbij je de hele tijd kunt praten over je zorgelijkheid. Er is tijdelijke duidelijkheid. Ieder woord is van tevoren bedacht en het publiek zegt niks terug.

Voordat ze ging optreden was dronken worden een goede oplossing. Ostermann zingt een werkelijk overweldigend lied, over dronken worden op de wc van Discotheek Dolly. Het is bijna een moderne mini-opera. Er zijn nog veel meer steengoede liedjes, met overgave gezongen. Een dijk van een lied met een geweldige choreografie over hoe vriendschap werkt. Mooie ingetogen liedjes, over de liefde en ‘het nieuwe normaal’, dat in haar geval niet over Covid gaat maar over het eerste weekend bij haar vader na de scheiding van haar ouders.

In de wondere wereld van het verpleeghuis, ‘waar we proberen om van elke dag een feestje te maken’, ziet Lisa lege mensen, alsof er niemand meer in ze woont. En daar realiseert ze zich dat er geen hoger doel is. Het leven heeft geen zin, we doen het met zijn allen en proberen met elkaar gewoon een beetje gezellig te hebben. Danilo weet precies hoe dat moet. Gewoon een kleine polonaise lopen, een kortstondig moment van gezamenlijk geluk is het hoogst haalbare.

En net als je denkt dat je het stappenplan van het leven snapt gaat het weer anders. Dat is ook zo met deze voorstelling die tegen het einde bijna uit zijn voegen barst. Er had ruim een kwartier uit gemogen, wat mij betreft. Het verhaal over het stappenplan bij een existentiële relatiecrisis voegt niet veel meer toe. Ze heeft het ons inmiddels allemaal al anderhalf uur op volle oorlogssterkte laten zien. Dat ze kan zingen, kan dansen, op een natuurlijke manier kan interacteren met het publiek. Dat ze oneliners en originele gedachtes uit haar mouw schudt tot er niet één meer bij kan. Haar voorstelling is rijk en overvloedig. En Lisa Ostermann is een overrompelend talent.

Foto: Jessica Zeylmaker