Het Onafhankelijk Toneel was een roemrucht theatergezelschap dat viel onder de bijl van de bezuinigingen op cultuur, maar de groene takjes bleven komen. De groep trok zich terug in een klein studiootje aan de Rotterdamse Coolhaven en maakt daar nog steeds theater, met beperkte middelen: OT Rotterdam. De kwantiteit zit de kwaliteit niet in de weg.

‘Dag meneer.’
‘Ik ben geen meneer, ik ben een kabouter!’

En daarna ontspint zich een gesprek tussen de toevallige voorbijganger en Fluf, de kabouter die onhoorbaar mooi trombone kan spelen. Dirk is nog zo’n dwerg: een onuitstaanbaar mannetje dat even van slag is als de andere kabouterdorpelingen niet meer naar hem luisteren. Tot hij een nieuwe strategie ontwikkelt: woorden gebruiken die de anderen niet kennen.

De gesprekken met kabouters zijn nog niet eens de wonderlijkste van de avond. Dieren blijken ook een rijk gedachtenleven te hebben. Bijvoorbeeld de haas die jarig is, maar geen cadeau heeft gekregen en aan weer zo’n passant vraagt of hij niet iets kan geven – grondgebied, hoorngeschal of een hoedendoos bijvoorbeeld.

Met de beschaafde leeuw is het ook fijn wandelen. Hij denkt dat hij niet doodgaat, omdat hij de koning der dieren is, maar laat zich geruststellen door zijn wandelpartner, die hem verzekert dat ook hij sterfelijk is. ‘Dank u wel’, roept de leeuw hem na, en iedereen in de stad zegt: ‘Hoor de leeuw weer eens brullen.’

De verhalen waar Els van der Jagt bij OT Rotterdam theater van heeft gemaakt, zijn van Armando. Ze werkte bij het Onafhankelijk Toneel, maar maakte ook voorstellingen bij bijvoorbeeld Toneelgroep Amsterdam, De Paardenkathedraal en Huis aan de Amstel. Met veel plezier en gevoel voor detail verkent ze de talige wereld van Herman Dirk van Dodeweerd (Amsterdam, 1929), die behalve schrijver ook violist, schilder en beeldenmaker is. De absurde situaties zijn verwant aan Herenleed, de teksten waarvan Armando zelf theater maakte met Cherry Duyns en Johnny van Doorn.

Rienus Krul en Hok Tan ontfermen zich met plezier over de wonderlijke dialogen. Ze hebben de juiste mate van serieusheid, of ze nu kraanvogel zijn, muis of mens, irritant of verward. Krul heeft een sterke kabouter in huis, licht pedant als het nodig is, Tan dribbelt vrolijk mee en kan ook een aanvallig meisje zijn.

Na het eerste deel van de voorstelling gaat die verder in een tweede ruimte, waar Gerrit Timmers een mooi decor heeft geschilderd met levensgrote stoelen en Huub Laurens typische Armandobeelden heeft gemaakt: een wiel en een ladder. Mensentaal is een verzorgde voorstelling waar om het goed gniffelen is. Al is de slappe lach niet uitgesloten.