Natuurlijk doet ze weer wat nieuws. Na de snoeiharde electro van Last Resistance, optredens met Amsterdam Sinfonietta en een nieuwe interpretatie van Winterreise gecomponeerd door Boudewijn Tarenskeen, zingt Wende in Mens voornamelijk Nederlands materiaal met de nodige teksten van Dimitri Verhulst. Die gaan vooral over de kwetsbare en donkere kant van de mens. In de tweede helft is de sfeer een stuk minder zwaar, zoals in het passievolle en poëtische Vrij me. Ook blijkt er dan zelfs ruimte voor een fraaie versie van het welbekende Mens, durf te leven, een lied van Dirk Witte dat honderd jaar oud is.

Daarvoor zong Wende al een paar strofes uit La vie en rose en een furieuze versie van Brels Au Suivant, alsook het prachtige Als de liefde niet bestond waarmee ze in Carré imponeerde op het gala voor Toon Hermans. Maar denk niet dat Mens een allegaartje is. Wende werkt elk programma tot in de puntjes uit en smeedt hier al haar liederen aaneen met sterke muzikale arrangementen. Er is een prachtig decor met films, projecties en spectaculaire lichteffecten. Voor de regie vroeg ze Marcus Azzini.

Contact met het publiek past niet in de strakke vorm die Wende zichzelf met Mens heeft opgelegd. Dat maakt dat haar performance soms wat kunstmatig aanvoelt, maar naarmate het programma vordert, blijkt Wende zich toch aan dat dwingende kader te kunnen ontworstelen. Muzikaal is Mens een groot genot. Voor enkele nummers neemt ze plaats achter de vleugel. Meestal echter staat ze op het voortoneel geflankeerd door twee muzikanten die vooral elektronica bespelen, maar ook orgel, gitaar, harmonium en slagwerk. De toon wordt gezet door synthesizers en computers, maar toch is het geluidspalet afwisselend, zonder aan eenheid in te boeten.

Mens is minder kil dan haar vorige theatershow Last resistance en vooral veel gevarieerder. Samen met de sterke uitvoering van de uiteenlopende liederen zorgt Wende zo voor een razend knap opgebouwd theaterconcert van zeldzame klasse.

Foto: Bullet-ray