Het meisje met de zwavelstokjes, dat is toch dat uiterst droevige sprookje van H.C. Andersen over het meisje dat op straat doodvriest in de winterkou? Kun je daar een leuke kindervoorstelling voor 3+ van maken? Anke Engels en Vimala Nijenhuis van Het Kleine Theater harrewarren er over, is het tè verdrietig of toch wel beeldschoon? Ze zijn het niet met elkaar eens, maar het resultaat mag er zijn. ‘Ja, het is wel droevig, maar ook heel mooi…’ zei Rowan van zes na afloop dromerig. 

Het Kleine Theater doet zijn naam eer aan. Het bestaat uit twee jonge vrouwen, Anke Engels en Vimala Nijenhuis, die samen in vijf jaar al tien sprookjesvoorstellingen hebben gemaakt over bijvoorbeeld Assepoester, Roodkapje, Prinses op de erwt, Rapunzel en het Zigeunermeisje. Die eindigen allemaal met: ‘Ze leefden nog lang en gelukkig.’ Dat kan bij dit sprookje van Andersen nu eenmaal niet, maar ze doen iets slims: ze nemen dat problematische einde als uitgangspunt en laten zien hoe het ook anders zou kunnen gaan. Er komt een prins langs om het meisje te redden of een deftige dame koopt al haar zwavelstokjes, zodat zij naar huis mag. Maar nee, dat voldoet toch allemaal ook niet. Uiteindelijk komt, net als bij Andersen, haar dode grootmoeder het meisje halen. Droevig, ja, maar niet zielig, het blijft heel lichtvoetig.

Ze spelen hun spel op de zolder van hun oma, die dit verhaaltje placht voor te lezen. Het is er heerlijk rommelig. Er staan koffers met verkleedkleren en muziekinstrumenten en er is een lantaarn waar beelden mee kunnen worden geprojecteerd op een laken, waarachter ook een schimmenspel kan worden opgevoerd. Daardoor is het heel afwisselend. Anke en Vimala spelen aanstekelijk, ze rommelen heel herkenbaar en maken met kleine dingen geestige scènes. Ze worden daarbij deze keer – hun jubileumvoorstelling – bijgestaan door de Roemeense muzikant Florin Negreanu, die een Roemeense muzikant speelt die zo van de straat is gehaald. Hij is als het ware het spiegelbeeld van dat arme meisje dat op diezelfde straat haar einde vindt.

Doordat ze aan de muzikant het verhaal uit proberen te leggen, weten ook de kinderen in het publiek waar het over gaat en kunnen ze de variaties en vragen gemakkelijk begrijpen en de verschillende personages goed uit elkaar houden. Er loopt veel zogenaamd in de soep en er lijkt af en toe ruzie van te komen. Het meisje zit met haar zwavelstokjes onder een koude kerstboom en steekt af en toe een zwavelstokje aan om zich te verwarmen en even weg te dromen, over vrolijke dansjes en gezellige feestjes. Als alle alternatieve eindes onmogelijk blijven, wordt zij door haar grootmoeder gehaald en verdwijnen ze samen in een wolk van sterretjes. Op eenvoudige wijze prachtig vormgegeven. Geen happy end, maar wel een heel mooi einde, daar heeft Rowan groot gelijk in.

Foto: Dorien Grötzinger