Twee vrouwen, een stel, spoelen aan op een strand na een bijna-doodervaring. De één stuiterend van de adrenaline, de ander kotsmisselijk; maar allebei in leven. Tot ze visioenen beginnen te krijgen van een ander universum en een grimmiger scenario veel aannemelijker blijkt. Eén van hen heeft het helemaal niet gehaald.

Met Meet me at Dawn lanceert Theater Mooi Weer (voorheen Mooi Weer & Zo) zich als Rotterdams publiekstheater, waar ‘en zo’ wat hen betreft niet meer bij past. Regisseur Eva Lemaire kondigt met trots aan dat haar gezelschap als eerste de fascinerende tekst van gevierd toneelschrijfster Zinnie Harris in Nederland mag spelen, vertaald door dramaturg Alexander Schreuder. In Harris fabelachtige stuk krijgen twee vrouwen de kans om afscheid te nemen na de dood. Een intrigerend concept, geïnspireerd door het verhaal van Orpheus en Eurydice. 

In een hoek van de theaterstudio van Theater Mooi Weer is een wit, grillig eiland ingericht. Een smalle strook water scheidt de twee schipbreukelingen van het publiek, dat in een hoekige halve cirkel, aan tafeltjes, om hen heen zit. Plotseling schrikken ze op, formuleren de eerste vraag die ze elkaar na hun ongeluk zouden stellen: ‘Hoe gaat het?’

Ze klauteren over de blokken, om beurten geïrriteerd, zoekend naar oplossingen, terwijl ze trachten te begrijpen wat hen is overkomen. Gedurende die opening zitten beide actrices op voortdurend hooggespannen toon op elkaar te vitten. Wat humoristisch had kunnen zijn, wordt toch een wat zware, moeizame start. 

Het echte acteervuurwerk komt als Robyn (Claire Hordijk), die continue geplaagd wordt door nachtmerries en visioenen, begint te realiseren wat er echt is gebeurd. In meerlagige monologen, gericht aan een onbekende derde, kan de indrukwekkende Hordijk flink uitpakken. Met grote emotionele zeggingskracht weet ze heel aanstekelijk te treuren, paniekeren, lachen en ons deelgenoot te maken van de verwarrende reis die Meet me at Dawn voor haar is. 

Meer is er niet nodig voor deze ingetogen tekst. Gesprekken tussen geliefden, nadat de één is overleden: er is weinig aangrijpender, en triester om naar te kijken. Lemaire maakt in haar regie handig gebruik van de talenten van beide actrices – de een krachtig emotioneel, de ander prettig luchtig – en geeft met de komische inbreng van stagiair Bitha Babazadeh de kijker af en toe een adempauze van de brok in de keel die Hordijk zo vaardig weet op te wekken. 

Het resultaat is simpel, smaakvol en effectief. Met weinig middelen wekt Theater Mooi Weer een parallel universum tot leven, dat aanvankelijk concreet en tastbaar lijkt, maar steeds meer de regels van een droom begint te volgen. Het is beslist te hopen dat andere gezelschappen hun voorbeeld volgen en meer werk van Zinnie Harris naar Nederland halen. 

Foto: Maarten Laupman