Als uitsmijter van de zesde editie van Festival WhyNot, dit jaar in De School in Amsterdam-West, was de Noorse voorstelling Me Too van choreograaf Kristin Helgebostad en componist en klokkenspeler Laura Marie Rueslåtten te zien. Op de grens van pop en performance speelt Me Too met iconisch materiaal. Vrolijke ondermijning, scherts en bravoure maken van Me Too een speelse voorstelling, waarin vijf vrouwen zowel de musketier als zijn paard in herinnering brengen, uitgebreid met hun haren zwaaien en headbangen met handbellen.

In een decor van kamerbreed gedrapeerde, fluks aan elkaar genaaide meters goud glimmende stoffen, trappelen Marianne Kjærsund, Sigrid Hirsch Kopperdal, Irene Theisen, Berglind Rafnsdottir en Laura Marie Rueslåtten dat het een lieve lust is. Al stampend met de voeten produceren de danseressen een eenvoudig ritme, onderwijl een heerlijk flodderige choreografie dansend. Vooral het begin van Me Too is interessant in de manier waarop de choreografie met oog voor detail de grens van theaterconventies opzoekt. Tomeloze inzet en nadrukkelijke gestes leiden haast geruisloos tot steeds weer nieuwe nonsensicale, maar mooi georganiseerde situaties. Licht wordt uitgekiend gebruikt om dwars op de stampende tweekwartsmaat de voorstelling een uiterst springerig karakter te geven.

Net wanneer het heerlijk onbekommerd aaneenrijgen van situaties voorspelbaar dreigt te worden, komt uit een koffer een verzameling handbellen te voorschijn, waarmee de dames aan een herschrijving van Paul McCartney’s ‘We All Stand Together’ beginnen. De handbellen produceren een etherische klank die gevoegd bij de stemmen van de vrouwen en hun dansjes, een rookmachine en verrijdbare spotlights tot weer nieuwe poëtische, sprookjesachtige en hilarische scènes leiden.

Het opvoeren van de vrouwen als potentiële ridders en hun paarden, cowboys, a capella zangers en hardrockers is verfrissend, maar ondanks de onbekommerdheid en tomeloze inzet wil Me Too als voorstelling niet écht beklijven. De losse stapeling van gestes en de nonsens wordt niet doorgezet naar een onpeilbaar niets. Me Too weet heel slim van niets iets maken, maakt voortreffelijk gebruik van eenvoudige middelen om het theater als spel te vieren, maar leunt ook net iets te veel op de populariteit van de conventies, die het probeert te ondermijnen.

Misschien komt dit ook wel omdat er in de rest van het programma van WhyNot dit jaar een aantal veel serieuzere voorstellingen staan, die ook het representatie-karakter van theater, dans en bijvoorbeeld fotografie bevragen, maar daarbij wel een punt maken, zoals bijvoorbeeld die van Dario Tortorelli, Katja Heitmann en Coralie Vogelaar.

Foto: Simen Dieserud Thornquist