In het ondergrondse hart van Parkeergarage St. Jan in ‘s-Hertogenbosch bevindt zich een ronde koepel. Het uit Eindhoven afkomstige gezelschap United Cowboys heeft hier tijdens het Theaterfestival Boulevard een stapel oude autobanden neergelegd, en daarop bevindt zich een drummer die de muzikale beat vormt.

De levende installatie Match herinnert aan de vroegste voorstellingen van Dogtroep en de performances van Marina Abramovic. De performers bewegen zich langzaam in het rond, tegen de klok in. De een tooit zich met pauwenveren, de ander trekt een rinkelende ketting achter zich aan als een heftig kronkelende slang. De spelers slepen zoutblokken achter zich aan (zoals je die vroeger in het weiland zag voor het vee) die een bonkend geluid veroorzaken. Het lijkt een vrije improvisatie, maar als je goed en langdurig kijkt merk je dat de regie van Maarten van der Put en Pauline Roelants strak is geleid.

Dat een van de performers een meloen aan stukken slaat, kan me niet zo bekoren: eten vernietig je niet zomaar. Prachtig is het tafereel van een actrice die zich omhult met plastic, als een Mariabeeld dat langzaam tot leven komt. Het plastic ritselt en knistert. Een andere actrice, geheel bloot, kneedt, boetseert en wringt haar borsten in allerlei vormen. Er is überhaupt veel aan naakt: het ensemble kruipt op een gegeven moment geheel ontkleed over de autobanden, als over de rotsen bij een naaktstrand.

Ik moest denken aan de vervreemdende, surrealistische schilderijen van Jheronimus Bosch, ook vol van naakte mensen. Het festival dit jaar onderzoekt hoe bezoekers naar theater kijken, in hoeverre voorstellingen het kijken manipuleren. In de nieuwste productie van Schweigman&, getiteld (for the time being), rennen de dansers snoeihard vlak langs het publiek, met botsingen en geduw tot gevolg. Dat is een onplezierige gewaarwording. Bij United Cowboys is er gelukkig de juiste distantie.

Op een bepaalde manier is Match een bedwelmende ervaring. Muziek, performance en theater samen. De toeschouwer kan naar wens zoveel eigen fantasie inzetten als nodig is. Op subtiele manier maken de performers gebruik van schijnwerpers om taferelen te accentueren en aandacht te geven. Aan de andere kant is de beeldtaal strikt individueel en lang niet even toegankelijk.

De sleutel tot Match is vooral de locatie: we zijn twee verdiepingen afgedaald in de parkeergarage die getransformeerd is tot de onderwereld. De doden komen en gaan. Sommige performers lijken gestraften die kettingen achter zich aan slepen. In de festivaleditie van 2016 was This is not a Sad Song een van de hoogtepunten. Nu bouwt United Cowboys door op hun fantasierijke en soms grimmige, dan weer grillige performancekunst: zo ziet het dodenrijk eruit, zoals geschilderd door Bosch en zoals die nu tot leven komt in de ondergrondse wereld. Dat de performers in cirkels ronddraaien, is een treffend beeld: dat is het rad van de geschiedenis, de cirkel van het verglijdende leven.