In 1774 verscheen een boekje van de hand van een dominee uit het Friese Boazum waarin werd voorspeld dat de wereld zou vergaan. De aarde zou uit haar baan worden geslingerd door een botsing tussen de maan en een aantal planeten. Deze voorspelling veroorzaakte in Friesland veel paniek. Om aan te tonen dat die bewering onzin was, construeerde de dertigjarige Eise Eisinga in het plafond van zijn woonkamer in Franeker een schaalmodel van het zonnestelsel. Gans het raderwerk werd aangedreven door een slinger.

Die slinger hangt nu op schaal in het middenschip van de Grote Kerk in Leeuwarden en vormt het centrale beeldelement van Marijke Muoi. Gedurende de hele voorstelling zwaait de metershoge glanzende bol dreigend heen en weer, als symbool van immer voortvliedende tijd die weinig goeds in petto heeft. Want twintig jaar nadat Eisinga begon met de bouw van zijn planetarium dreigt in Friesland alsnog de wereld te vergaan. Niet door het botsen der planeten deze keer maar door het botsen van opvattingen. Oftewel: door menselijk handelen.

We schrijven 1795. Na de Franse Revolutie begint ook in Nederland de geest van de ommekeer te waaien. In de strenge winter vlucht erfstadhouder Willem V, prins van Oranje, naar Londen en proberen patriotten een nieuw staatsbestel te realiseren. Dat gaat niet zonder slag of stoot, de belangen zijn te tegenstrijdig, de opvattingen te uiteenlopend.

Marijke Muoi laat zien hoe het er in die roerige tijd aan toeging, met het publiek niet als neutrale toeschouwer maar als deelnemer. Het is opgedeeld in groepjes van tien die elk zijn gekoppeld aan een van de partijen die een rol spelen in de pogingen een nieuw, democratisch Nederland op te bouwen. Zo staat de oude Baron Van Burmania Rengers, die niet zomaar zijn bezit op wil geven, tegenover ene Abraham Staal, die compromisloos de revolutie wil doorzetten. Er is een medicus die voor de katholieken een gelijkwaardige rol opeist en kostersvrouw Klaasje Abes, die in al die revolutionaire praatjesmakers vooral de toewijding mist die Marijke Muoi  (‘tante Marijke’) aan haar onderdanen schonk.

Marijke Muoi was de koosnaam voor Maria Louise van Hessen-Kassel, echtgenote van de Friese stadhouder Johan Willem Friso. Zij is de rechtstreekse voorouder van ons huidige koningshuis en tijdens haar bewind zeer geliefd. In de naar haar genoemde voorstelling is ze de geest die boven alle partijen zweeft. Dertig jaar eerder is ze overleden en nu ziet ze met lede ogen aan hoe haar geliefde Friese volk er een puinhoop van maakt.

Want een puinhoop is het en wij zitten er middenin. Terwijl het nog zo onschuldig was begonnen. Via een eng smal wenteltrapje was mijn groepje in een kamertje terechtgekomen waar de jonge jurist Daam Fockema ons onthaalde op warme chocolademelk en ons de basisprincipes van het schaatsen uitlegde. Dat het erom gaat in de juiste slag te komen. En hij vertelde ons hoe hij in de krant had gelezen over de Franse revolutie en hoe opwindend hij dat had gevonden.

Ook als we samen met alle andere partijen samen zijn gekomen in de kerk overheerst het optimisme. We maken zelfs samen een dansje! Dat van de kansel Marijke Muoi af en toe waarschuwende woorden uitspreekt deert ons niet. Er lonkt een nieuwe dageraad.

Dat de revolutie haar eigen kinderen opeet zal snel blijken. We krijgen een koptelefoontje op waardoor we min of meer worden geïsoleerd van de andere deelnemers. We vangen flarden op van andere groepen maar volgen vooral de loopbaan van Fockema. Hoe hij onderhandelt over een nieuwe staatsinrichting, hoe hij flirt met Roos en hoe hij partij kiest. In de mêlee ervaren we wat voor chaos het geweest moet zijn. In het halfduister van de kerk spoeden groepjes zich van de ene plek naar de ander, elk met hun eigen verhaal, met hun eigen kijk op hetgeen er gaande is.

Het is een chaos die leidt tot een afgrijselijke climax. De meest radicale revolutionairen stormen de Grote Kerk binnen, slaan alles kort en klein, gaan zelfs voetballen met de schedel van Maria Louise. De wanhoop is van haar gezicht af te lezen. ‘De tijd is een paard’, zegt ze. ‘In mijn leven galoppeerde ze soms, maar ze sloeg nooit op hol.’

Marijke Muoi is ervaringstheater van het puurste soort. De aankleding is in al zijn eenvoud indrukwekkend: grootse projecties op de kale wanden, het fraai uitgelichte orgel, die imponerende slinger. Met als uitsmijter de van buiten aangelichte metershoge glas-in-lood ramen.

Koning Willem-Alexander en koningin Máxima zijn een dag te vroeg uit Leeuwarden vertrokken. Bij Marijke Muoi hadden ze kunnen ervaren met hoeveel barensweeën de geboorte van de huidige Nederlandse staat gepaard is gegaan. Tegelijk is het veel meer dan een fascinerende geschiedenisles. De voorstelling laat ervaren ‘hoe ongeduld en ongedurigheid leidt tot ongeluk’, zoals Maria Louise zegt. En ook hoe moeilijk het is daaraan te ontkomen als de roep om verandering eenmaal heeft geklonken.

Als Marijke Muoi representatief is voor hetgeen Leeuwarden Culturele Hoofdstad gaat brengen, dan staat ons nog een mooi jaar te wachten.

Foto: Rene den Engelsman