In de grijpende choreografie Majka gaat Sandra Kramerová op zoek naar de ‘ideale’ manifestatie van de vrouw in het Tsjechoslowakije van de jaren ’70. Het resultaat is een directe confrontatie met universele archetypes.

Het is 1978. Het volk leeft onder bewind van Gustáv Husák, en de filosofie achter de hamer en de sikkel loopt door de haarvaten van het land. Dan landt, vanuit planeet Gurun, een meisje dat Majka heet. Ze is geen onderdeel van de mensheid, maar moet zich op de een of andere manier toch weten te verhouden tot de Aardlingen. Sandra Kramerová maakt met een minutenlange landing op onze planeet meteen duidelijk dat het geen gemakkelijke operatie wordt. Na een diepe, galactische en schijnbaar ongecontroleerde val begint ze in de rode laarsjes van Majka aan haar Aardse avontuur.

Dit gebrek aan controle houdt aan als Majka haar nieuwe lichaam in allerlei bochten wringt om er een gevoel van grip op te krijgen. Met haperende, tastende en drukkende bewegingen probeert ze met vallen en opstaan haar fysiek te navigeren door haar nieuwe omgeving. Ze maakt hierbij creatief gebruik van haar hele lichaam op het relatief kleine middenstuk van het podium en projecteert tot in haar vingers en gezichtsuitdrukking een gevoel van onschuld en overlevingsdrang. Kramerová slaagt er hier in om het ongecontroleerde een hoopvolle schoonheid te geven. Als ze een spiegel tegenkomt en symbolisch haar nieuwe belichaming onderzoekt weeft ze ook hier een intrigerende choreografie omheen.

Afwisselend gebruik van neonlicht onderstreept de sfeer van het moment. Hiernaast loopt het geluid van Synthwave-klanken als een rode draad door het hele stuk. De muziekstroming die de late jaren ’70 en ’80 typeert is bijvoorbeeld niet weg te denken uit de oude communistische reclameblokken en politieke propaganda die langskomen op het grote scherm.

Aan de beelden op de oude tv, geregisseerd door Álvaro Congosto, probeert Majka zich te conformeren, maar dat valt haar zwaar. We zien een zorgdragende huisvrouw die zich geen raad weet met een keukenaanrecht en een lading aardappelen, en later een moeder die een mislukte poging doet om een baby in slaap te wiegen. Een zak aardappelen, die de baby moet voorstellen, scheurt open om het podium te bezaaien met de knollen. Majka krijgt nieuwe impulsen binnen via het scherm en schiet door naar het volgende streven; de natie dienen als hardwerkende arbeider. De verspreide aardappelen staan nu symbool voor een veld waar keihard op moet worden gewerkt. Ook hier weet Kramerová met bijna benauwend krachtige dans de druk van de politieke verwachtingen te symboliseren. Het veld is groot en het toeziend oog scherp.

Majka heeft geen tijd om te wennen aan haar nieuwe ideologie. Ze moet door. Reiken naar iets beters. Propaganda rust niet. Als het scherm nationalisme en vaderlandse trots predikt, roept de plicht van activisme en strijd. De zaal wordt onheilspellend donker belicht en biedt podium aan de strijd die geleverd moet worden. Als Majka wordt gemanipuleerd door prijzende beelden van uiterlijk vertoon en esthetiek trekt het alien meisje een paar rode hakken uit het kastje in haar slaapkamer. Ze loopt nu voorzichtig en elegant. Haar bewegingen zijn vloeiender en groter. Het is alsof ze haar heil heeft gevonden in haar vrouwelijkheid, maar lijkt ook hier uiteindelijk geen rust in te vinden. Wat volgt is de uitweg naar haar waarheid. Hier weet Kramerová een choreografie neer te zetten van een menselijk lichaam dat haar kracht vindt na een eeuwigdurende strijd.

Of de nuance zo ver te zoeken was in het lot van de Tjechoslowakische vrouw in de jaren ’70 is een vraagstuk. Feit is dat het symbolisme in de choreografie van Majka deed denken aan vrouwelijke archetypes die net zoveel te maken hebben met het Westen als het Oosten. Majka brengt nostalgische beelden, retromuziek, expressieve choreografie en slim lichtgebruik samen op een manier die ervoor zorgt dat geen van de elementen is weg te denken. Met een gebalanceerde en uitgedachte combinatie wordt een streep gezet onder vrouwelijke archetypes die schijnbaar nog lang niet de wereld uit zijn.

Foto: Melanie Lemahieu