Een afgehakt hoofd – dat van de Schotse duivel Macbeth – verandert in een levend hoofd, dat van tweelingbroer Antipholus van Syracuse. Zegt de een, ‘Van bloed komt bloed’, roept de ander, ‘Ik leef in een gekkenhuis.’ Het Shakespearetheater Diever vierde vorig jaar het 75-jarige jubileum. Pas dit jaar wordt dat gevierd met een double bill: Shakespeares zwartste tragedie Macbeth en de uitbundig-vrolijke Comedy of Errors (Spel der vergissingen) samen op één avond. Ook dit spel is ultrakort. Maar is dat het enige wat de tragedie en komedie bindt?

Regisseur Jack Nieborg vindt van niet. Het was in de Elizabethaanse tijd gebruikelijk twee voorstellingen te presenteren, vooral van verschillende genres. Maar Nieborg doet meer: hij vervlecht tragedie en komedie met elkaar. De avond opent met de Comedy, gaat vervolgens over in Macbeth en wisselt nog een enkele keer totdat de Comedy het spel besluit. De hoofdrolspelers uit Macbeth keren terug als de hoofdrolspelers in de Comedy: Floris Albrecht is zowel Macbeth als een van de tweelingbroers; Pascal van der Aa is Banquo en de andere tweelingbroer.

Is Nieborgs missie geslaagd? Beslist. Vaardig en ingenieus boort hij in de duistere wereld van Macbeth niet zozeer komische kanten aan, maar hij en het gezelschap leggen een nadrukkelijk accent: de Macbeth van Albrecht is geen kille, berekenende moordenaar, maar een Schotse generaal die verblind door de drang koning te worden de één na de ander vermoordt, en vervolgens verstrikt raakt in een nachtmerrieachtig web van vertwijfeling.

Ook tweelingbroer Antipholus raakt, op zijn manier, vertwijfeld: doordat zo goed als iedereen in deze komedie elkaars spiegelbeeld is, ontstaat er een venijnig maar ook onthutsend spel met identiteit. Ook Macbeth weet niet meer wie hij is, wat hij heeft gedaan en vooral door welke krachten hij wordt beheerst en bezeten. En dat legt, ondanks alles, in de inktzwarte wereld van Macbeth óók komische kanten bloot.

Deze moeiteloze verwevenheid is tot in detail uitgewerkt. Er zijn zoals altijd bij Nieborg ook gekke accenten: zo is de dramatische diva Lady Macbeth in de Comedy hulp in de huishouding Henk. En vormen Anne Peter van Muijen en Bert Wijers zowel tragische karakters in Macbeth als heerlijk overdreven vrouwenrollen in de komedie, namelijk als tweelingzusters Adriana en Luciana.

Dat dit theatrale vlechtwerk van komedie en tragedie werkt, is ook te danken aan de fantasievolle en vakbekwame kostumering, belichting en scenografie, respectievelijk van Margot van de Kamp, Henry van Niel en Janco van Barneveld. De donkere Schotse kostuums staan in contrast tot de mediterrane aankleding en vormen tegelijk een visuele eenheid. Van Niel tovert met beweeglijk licht. Gijs Schouten ontwerpt een opmerkelijk melodieuze soundscape. Een vondst is de verbeelding van het dodenrijk, als een toren waarin een lawaaiige lift hemelwaarts gaat en weer afdaalt, voortdurend rook uitblazend en lichtsignalen gevend.

En natuurlijk is er het spel: in de Comedy val het razendsnelle tempo op, mede aangewakkerd door de beide bedienden Dromio (Inge Wijers, Bert Bijker) die ook al zo gelijkend zijn. Wat in deze versie van Macbeth opvalt, is niet zozeer de bloeddorst van de titelheld, als wel een soort oerkracht van geweld die sterker lijkt dan de personages. De moord op de zoon en dochter van Macduff, vertolkt door kinderen uit de kinderklas, is aangrijpend.

Het enige wat ik erg miste, zijn de heksen met hun voorspellende visioen die Macbeth gek maken. Daartegenover staat het briljante spel van Albrecht die laat zien dat hij een willoos instrument is, niet in handen van een hogere macht of van de Lady, maar eigenlijk van zichzelf: hij beheerst zichzelf niet, kent zichzelf evenmin. En hiermee zijn we weer aanbeland bij de Comedy.

Foto: Koen Timmerman