In de verzengende hitte van een desolate woestijn sjokt een cowboy met zijn paard. Hij is ten einde raad. Zijn water is op en in de verste verte valt geen levend wezen te bespeuren. Dan houdt hij halt en slaat een pin in de grond. En ziet: de arme, eenzame cowboy boort water aan. Het spuit omhoog. Een bron!

Maar het water spuit niet alleen omhoog, er gaan ook dikke stralen naar het publiek op de eerste rijen. De voorstelling is nog geen vijf minuten onderweg of in de zaal is het direct al een heksenketel van jewelste. Jeugdtheatercollectief Meneer Monster weet hoe je de zaak op stoom moet krijgen.

Voor hun nieuwste voorstelling hebben de makers zich losjes laten inspireren door de Vlaamse strips van Morris. Vandaar de titel. Maar de titelheld komt er behoorlijk bekaaid van af, net als zijn trouwe begeleiders Jolly Jumper en Rataplan. Pas in het laatste deel maakt hij weer zijn opwachting. Wel zijn er drie stuntelende, ruziënde cowboys van verschillende lengte in wie wij moeiteloos de Daltons kunnen herkennen. Ook al zijn ze maar met zijn drieën.

Het is Meneer Monster ook helemaal niet te doen om ‘de man die sneller schiet dan zijn eigen schaduw’, het gaat vooral om de sfeer van het Wilde Westen die opgeroepen wordt als je die albums leest. Schietgrage stoere mannen, de klapdeuren in de saloon, een begeerlijke dame. En koeien natuurlijk.

Voor de muziek is gegrasduind in de rijke tradities van de country, maar er komt ook een vleugje Ennio Morricone langs. Het draagt allemaal bij aan de perfecte setting voor een opwindende polderwestern die qua grapdichtheid ongeëvenaard is. Een moment van onoplettendheid en je hebt een goocheltruc gemist. Zoals kaarsen die op een wonderbaarlijke manier spontaan gaan branden of een glas dat, terwijl het gepoleerd wordt, plots verdwijnt.

Lucky Luuk barst bijkans uit zijn voegen van hilarische scènes, ingenieuze decorwisselingen en wonderbaarlijke transformaties van de spelers. Het uitgekiende houtje-touwtje decor, met slimme luikjes in de vloer, doet de jeugd in de zaal zich voortdurend verwonderen. ‘Hè? Hoe kán dat?’. Onvergetelijk is ook de prachtige verbeelding van Lucky Luuk en zijn schaduw. Ze dansen een soort pas de deux waarbij de schaduw soms volgt, dan weer spiegelt.

De enige rustpuntjes in de voorstelling zijn de ontroerende, driestemmig gezongen countryballads. Voor de rest dendert het door, waarbij je telkens verrast wordt door wéér een prachtige vondst of juist een subtiele knipoog naar het Western-genre. Een pareltje.

Foto: Bart Grietens