Natuurlijk levert Sharon Eyal met haar nieuwste productie weer een compositie met kwaliteit, we hadden niet anders verwacht. Maar het is vooral de soundcompositie van Ori Lichtik die haar nieuwste werk draagt. Love Chapter 2 is nog donkerder dan voorganger OCD Love maar ook monotoner.

Oei, dat is vloeken in de kerk hoor. Kritiek hebben op het werk van een choreografe die internationaal enorm in de lift zit. En jawel, het publiek was ook uitzinnig tijdens de première van Love Chapter 2 in de Amsterdamse Stadsschouwburg, die ditmaal ook coproducent is. De spierballentaal van Eyals nieuwste werk zet echter zo hoog in, dat je je soms ook afvraagt hoe het werk zal transformeren in de toekomst. Love Chapter 2 is een vervolg op OCD Love. Maar waar dat werk nog een dierlijke sierlijkheid kende, slaat de hoekigheid nu volledig toe. De opvolger kent ook een hele andere opbouw: weinig solo’s, geen enkel duet, vooral de groep staat centraal.

Gebalde vuisten, dreigende vuisten, vuisten die de ander omver werpen. Het bewegingsmateriaal liegt er niet om en brengt de eerder meer onderhuidse agressie in het werk van Eyal naar de oppervlakte. Dansers met armen als hamers. Op hun tenen glijden ze over de vloer, voortdurend in groepsverband. Onmacht transformeert in agressie, verbindingen tussen mensen lijken zoek. Soms steekt er een hoofd boven de groep uit, soms laaft men zich aan een ogenschijnlijke leider. Thema’s als macht en onderworpenheid dienen zich aan. Zo nu en dan ontsnapt een individu aan de groep, maar de beweging van zijn of haar strijdende vuisten gaat op in het niets.

Mannen of vrouwen, allemaal dragen ze een lichtblauwe body. Al hebben de heren wel een half blote torso doordat een van de schouderlusjes los hangt. Geen felle lichtbundels dit keer zoals in OCD Love, maar een sober langzaam transformerend licht dat de lichtblauwe body’s soms nog fletser maakt dan ze al zijn. Ook de huid van de dansers krijgt daardoor een vale gloed. Net als voorheen schittert de kleine, soms vals ogende, Gon Biran met zijn tengere slangenlijf. Het ensemble van zes dansers beheerst de taal van Eyal volledig.

De structuur van de choreografie kent een duidelijke opbouw en begint met een statisch landschap, dat langzaam in beweging komt. Vanuit een monotone kadans beweegt de groep langs de randen van de ruimte om uiteindelijk midden in die ruimte te eindigen in een bizarre choreografie waarin Eyal een pikant salsasausje toevoegt aan haar taal. Vrolijk is die salsa uiteraard niet, eerder mechanisch en dwangmatig natuurlijk, geheel in lijn met de vaste ingrediënten van dit oeuvre.

Onmisbaar is de soundscape van Ori Lichtik, die voortdurend de toon zet en begint met een eenvoudig kaal ritme, dat geleidelijk aan gevuld wordt met electronische sounds. Halverwege het stuk haalt Lichtik de beat uit de soundscape en worden de emoties gevoed door violen, altijd met een laagje electro. Daarna vervolgt hij met een compositie waarin hij een hartslagritme verwerkt. Illustratief wordt in dat deel ook regelmatig de hartstreek aangeraakt door de handen van de dansers. Uiteindelijk belanden de handen in het laatste deel regelmatig rondom de keel. De vuist heeft plaats gemaakt voor de strop.

Weergaloos is de muzikale ingreep van Lichtik in het laatste deel, dat de choreografie helemaal op zijn kop zet. Zonder die ingreep was Love Chapter 2 maar een slap aftreksel geworden van OCD Love. Wat een geniale vondst. Geïnspireerd op de muziekkeuzes in het werk van Trajal Harell? In Love Chapter 2 is Eyal’s taal eendimensionaal en illustratief. Functioneel als het gaat om het blootleggen van patronen van macht en onmacht. Het is vooral de geluidscompositie van Lichtik die gelaagdheid aanbrengt in dit werk.