Ze ligt midden op de toneelvloer in een bruidsjurk, haar lichaam omringd door plastic jerrycans, achter haar een houten bidstoel. Het is niet vreemd dat de aarzeling bij binnenkomst toeslaat. Wil je naast haar neerstrijken en Netflixen in het felblauwe licht, zo samen het leven uitstellen? Of haar veilig gadeslaan vanuit je eigen stoel, huiverend voor harde klappen, grote emoties?

Lourdes, geregisseerd door Deniz Campinar, vertelt het verhaal van Bernadette (Ella Kamerbeek), een eenzame vrouw in een wereld waarin dun zijn de norm is. Sinds 2018 maakt theatercollectief Club Lam voorstellingen waarin de positie van de vrouw nadrukkelijk wordt aangekaart. Zo gaven ze met Lolita (2021) een reactie op de gelijknamige roman van Nabokov. Let Them Eat Cake (2019) vertelde het verhaal van Marie Antoinette op geheel nieuwe wijze.

Bernadette weet het allemaal niet meer, hoe dat nou moet: leven. Wat belangrijk voor haar is, en wat niet. Hoe ze zich moet openstellen naar de buitenwereld, en door wie ze écht geliefd wil worden. Niet een beetje geliefd, nee: alles overdonderend, droomprins op het witte paard-gehalte-geliefd. En alle andere klootzakken? Die moeten haar vooral met rust laten. ‘Ik ben meer dan mijn dikke billen’, zegt ze beheerst, al explodeert daaronder de ingehouden emotie. Het is een reactie op het vrij pijnlijke bericht ‘Anaal?’, dat ze meermaals via Tinder krijgt toegestuurd.

Lourdes laat de hersens kraken over de mens achter het uiterlijk. Al veel te lang koppelen we dik aan ongezond, dun aan succesvol. Er is meer dan dat: body neutrality, waarbij je het lichaam niet liefhebt of haat, maar er respect en acceptatie voor opbrengt, omdat het er niet toe doet hoe je lijf er uitziet om geliefd te kunnen worden.

Kamerbeek schiet gedurende haar monoloog heen en weer tussen extremiteiten. Zo stampt ze laaiend over het toneel en windt zich op over de kwestie waarom niemand elkaar nog echt wil leren kennen, dan weer imiteert ze vrouwen uit videoclips voor de spiegel, om vervolgens als een volleerd hypochonder overmand te raken door de angst voor enge ziektes. Tussendoor wordt ze toegesproken door Siri, die met een robotachtige stem adviezen opdreunt vanuit een luidspreker en daarmee suggesties doet voor het leiden van een beter leven.

De tekst van Marloes IJpelaar toont een constante vulkaanuitbarsting van kleine erupties, gevolgd door grote explosies. Daardoor ben je als kijker voortdurend buiten adem, maar tegelijk getuige van een monoloog over dat waar we allemaal een heel leven zoet mee zijn: streven naar zelfliefde en acceptatie. Door te vallen en telkens weer op te staan, met als krachtige uitsmijter: ‘Ik ben zo moe. Door te zijn.’

Foto: Henk van den Hurk