Wie jarig is trakteert, krijgt cadeautjes en nodigt mensen uit voor zijn feestje. Het jarige Via Berlin weet hoe het werkt. Om er zeker van te zijn dat hun tiende verjaardag een onvergetelijke gebeurtenis zou worden, verstuurden Dagmar Slagmolen en Rosa Arnold, de moeders van het gezelschap, al vroeg de eerste uitnodigingen. Aan tekstschrijfster Sophie Kassies, aan bandoneonist Carel Kraayenhof en aan zangeres en actrice Meral Polat.

De tango, dat moest het thema worden van het feestje. Een oude liefde van Arnold, die op haar eindexamen van het conservatorium al een stuk van de Argentijnse meester Astor Piazzolla had gespeeld. Ze had Slagmolen en huisregisseur Ria Marks zonder al te veel moeite weten te overtuigen. En zo, na anderhalf jaar voorbereiden, vallen en opstaan, puzzelend, passend en metend, kwam daar de gedroomde voorstelling: Lost Tango.

Om met de cadeautjes te beginnen.

Cadeau één kwam van Sophie Kassies. De tekst die zij schreef is een uitpuilend juwelenkistje, waar het ene pareltje na het andere uit tevoorschijn komt. Het collier dat er mee geregen wordt is van een bedrieglijke eenvoud. Bedrieglijk, want zoals je nepparels van echte kan onderscheiden door ze tegen elkaar te wrijven (echte parels zijn niet glad), zo schuren alle elementen van het verhaal van Lost Tango. Het is een intense familietragedie, een drama over persoonlijke keuzes én een geschiedenis van de tango ineen.

De familie is die van Papa Tango, pater familias van tangoboot Esperanza. Een treurige naam want het laatste sprankje hoop is al lang geleden vervlogen. Het is zowel letterlijk als figuurlijk een zinkend schip. De door een beroerte getroffen Papa Tango kan geen leiding meer geven en dus bestiert nu dochter Clara de boel. Zij zorgt zowel voor haar aan een rolstoel gekluisterde vader als voor haar ‘ongelukkig geboren’ zusje Blanca. ‘Onze kleine blinde debiel met haar viool’, zoals oudste zus Anna haar noemt. Anna heeft de wrakke boot lang geleden ingeruild voor een carrière in de snelle wereld van het geld maar verrast nu met een onverwacht bezoek. Ze heeft een koper gevonden voor Esperanza! ‘Hij wil, de tijd is nu, je moet het ijzer smeden voor het schroot is.’

Maar Clara wil niet. Of durft niet. Deze boot, het personeel, haar zusje, haar vader; dat is haar leven, haar lot. Toch twijfelt ze. Want het zware leven eist zijn tol, ze verpietert. ‘Ik zie de dag voor me liggen als een beschimmelde dweil, een dweil die ik op moet eten.’

Cadeau numero twee komt van Carel Kraayenhof. De ongekroonde koning van de bandoneon die de gekroonde koningin tot tranen toe wist te ontroeren met zijn fluwelen spel. Kraayenhof bracht Slagmolen en Arnold in contact met Julián Peralta, een jonge tangocomponist uit Buenos Aires. Een paar van zijn stukken vonden hun weg naar de voorstelling en zo ontmoeten traditioneel (Muchacha), modern klassiek (Piazzolla) en hedendaags elkaar in Lost Tango. Voor de uitvoering daarvan nam Kraayenhof zijn bassist Jaap Branderhorst en zijn pianist Juan Pablo Dobal mee, zodat er met Arnolds Ragazze Quartet een septet ontstond, de basisbezetting van de tango. Het laat zich raden dat alle stukken hiermee een meesterlijke uitvoering krijgen.

Het verrassendste cadeau komt misschien wel van Meral Polat. Dat ze geweldig kan zingen wisten we. Luister nog eens naar haar band Merals Harem, herinner je Snorro van het RO Theater. Maar dat ze zo hartverscheurend mooi en diep doorleefd uit de voeten kan met de tango, dat is werkelijk een openbaring. Wie het droog houdt bij haar slotlied heeft een hart van steen.

Ria Marks heeft deze prachtige geschenken op waarde geschat en ze in het fraaie decor van Michiel Voet tot een gloedvolle eenheid gerangschikt. Haar regie danst net zo stijlvol door het materiaal als de muziek dat doet. Van de live gecreëerde schurende geluiden in het begin, die het piepen en kraken van het schip verklanken, tot de fraaie afwisseling van gedanste en gesproken scènes. Alles deint in deze voorstelling en wij deinzen mee.

Ondertussen volgen we de intense worsteling van Clara. Laat ze zich overtuigen door Anna die zegt ‘dat ze haar gaat schoonspuiten zodat er geen spoortje stookolie meer aan haar kleeft’? Durft ze? ‘Ik ben te oud.’ Durft ze? ‘Ik ben de moeite niet meer waard.’ Ze durft! ‘Laat de deuren zoeven voor mij. I grab them by the balls.´

En dan dat slotlied. ‘Ja, nu ik, daar ga ik, daar ga ik/als een lichtstreep op een foto, meteoriet/geen mens meer aan mijn rokken, trap ze weg en vlieg de hemel in/ik vlieg weg.’

Het is het hartverscheurende einde van een in alle opzichten memorabele voorstelling.

Foto: Nichon Glerum