De massa danst. In discotheken, in kroegen, in de nachten. I like you a lot is een fysieke theatervoorstelling, gespeeld door een handjevol jongeren, over die dansende massa die de nachten aan elkaar zweet. Over de generatie die zoveel te kiezen heeft dat ze niet meer kan kiezen. Dus danst ze maar.

DEGASTEN (voorheen Jong Rast) maakt voorstellingen met, over en voor jongeren. Hun belevingswereld vormt het uitgangspunt. I like you a lot is een montagevoorstelling die met name uit bewegingssequenties bestaat, bij vlagen afgewisseld door flarden monoloog.

We zien de discotheek. De dreunende lijven, ondersteund door die eeuwigdurende dreunende beats. We zien een meisje, ziek van de drank, in een toilet van een club. Ze heeft net overgegeven en staat op het punt de deur weer van het slot te draaien en terug de dansvloer op te gaan. De voorstelling is een inkijkje in het nachtleven van de feestende jeugd, die alle keuzes uitstelt en emotieloos meedeint in het moment.

Het thema van deze voorstelling is geen nieuw terrein. Regisseuse Elike Roovers vertaalt deze thematiek naar met name fysiek spel en choreografieën. Deze zijn soms spannend, theatraal en origineel, maar soms ook erg één op één. Het uitbeelden van het dansen in de discotheek krijgt veel ruimte, maar is bij lange na niet altijd spannend. Het zijn juist de scènes die zich niet op de dansvloer afspelen, die boeien. Het meisje met het vogelmasker dat ontwaakt in de toiletten bijvoorbeeld. Ze weet dat ze geen keus heeft, ze moet op een gegeven moment weer terug de danszaal in, maar ze stelt het nog even uit. Wanneer ze concludeert dat ‘zo’n wc-bril eigenlijk best prima ligt’ krijgt ze zelfs iets aandoenlijks. Of de prachtige scène in de snackbar naderhand, waar een jong meisje met een frietje tevergeefs de uitgetelde jongens op het plastic meubilair afgaat, als een laatste poging op een bij voorbaat al verloren vrijdagavond. In die scène zit tragiek en humor, in een poëtisch rauw toneelbeeld. Daar mag het nog wel wat meer van hebben.

De spelers op de vloer zijn allemaal jongeren tussen de twaalf en de vijfentwintig jaar. Ik had naast de bewegingssequenties en de teksten die Anouk Saleming voor deze voorstelling schreef – die met hun ritmiek en poëzie goed aansluiten bij de vorm van de voorstelling en die een welkome afwisseling vormen temidden van al het fysieke – wel op een wat persoonlijker insteek van de spelers gehoopt. Hoe ervaren zij deze leeftijd in deze tijd? Wat zijn voor hen concrete momenten die deze periode typeren? Die persoonlijke ervaringen zouden er misschien voor kunnen zorgen dat de voorstelling haar soms wat algemene karakter zou ontstijgen.

Nu lijkt het nog iets te veel op het beeld dat een volwassene van deze jonge tijdgeest heeft. Maar misschien is het ook wel zo eenduidig. Niet nadenken, altijd maar doorgaan. Een coming of age die maar niet van de grond komt. Precies als in het nummer van Fatboy Slim. Eat, sleap, rave, repeat. Eat, sleap, rave, repeat.

En dat dan op repeat.  

Foto: Farnoosh Farnia