De storm aan de Noordzeekust klonk de Duitse componist Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) ‘oorverdovend’ in de oren. Daarom ‘kent dit land geen componisten’, is zijn hovaardige en misschien ook terechte conclusie. Hoe dan ook, de overweging is een van de prikkelende passages uit de theatrale audiowandeling op tekst van Marente de Moor en naar een idee en in de regie van Ingrid van Frankenhuysen. In 1836 kwam de zieke Mendelssohn kuren in de Scheveningen, de oudste badplaats van ons land die deze zomer haar tweehonderdjarig bestaan viert met onder meer het Festival Classique. De wandeling heet Liefdeskuren, een mooie dubbelzinnige titel.

Want de andere reden dat de componist afreisde naar Scheveningen – behalve zijn longproblemen en de ‘demon’ van zijn hoest – is zijn grote maar wellicht onbeantwoorde liefde voor Cécile Jeanrenaud. Aan de Nederlandse kust wilde hij nadenken over zijn liefde, nieuwe muzikale inspiratie opdoen en elke dag een glas zeewater drinken. Dat zou genezend zijn.

In de regie van Van Frankenhuyzen begint de wandeling bij de Pier en vandaar naar een schommelbank hoog op het duin, met overweldigend uitzicht op zee en duinen. Aan de ene zijde de skyline van Den Haag, aan de andere de golvende duinen, en de zee natuurlijk. Daar luisterend horen we het beklemmende verhaal over zijn gezondheid, afgewisseld met een nieuw gecombineerde soundscape met fragmenten van zijn symfonieën en vooral de liederencyclus Lieder ohne Worte. 

Eenmaal uitgeluisterd wandelen we door de duinen naar de volgende locatie, de voormalige Luchtwachttoren. Daar biedt een houten bank uit ruwe planken ons de rust en de toegewijde stilte om naar het nieuwe verhaalfragment te luisteren, ditmaal over een visserszoontje dat plots als een kleine reddende engel fungeert. Interessant is ook de toenadering die een vrouw tot Bartholdy zoekt; ze spreekt hem vol bewondering toe en na enige tijd blijkt dat ze hem voor een andere componist uit. Ik ga niet verklappen welke.

Lopend langs de badgasten en de paviljoens bereiken we de trappen van het Kurhaus, waar het slotdeel te horen is. Mendelssohn heeft angstdromen, waarin hij zich in de buik van een walvis bevindt. Ondertussen droomt hij over geweldige, veeltonige en golvende muziek. De stem van Lex Bohlmeijer, radiopresentator klassieke muziek, past prachtig bij het intieme, spannende verhaal. De soundscape waarin Mendelssohn te horen is als een eenentwintigste-eeuwse componist is van de hand van Jürgen De Blonde; hij weet Mendelssohns muzikale vocabulaire moeiteloos te combineren met hedendaagse, elektronische klanken. Het ontwerp van het locatie-meubilair is van Pink Steenvoorden.

Marente de Moor schreef ook een versie voor kinderen vanaf zes jaar. Hierin laat ze vanuit het perspectief van het kleine vissersjongetje kijken naar deze man die in Scheveningen een ‘vreemdeling’ is. Het boeiende voor kenners of liefhebbers van Mendelssohns muziek is dat zijn composities op een bepaalde manier een melodieuze lichtheid hebben, maar zijn levensverhaal en vroege dood door zijn zeer zwakke gezondheid geven er tragische dimensies aan. Als de badplaats Scheveningen zonovergoten is en overal zonaanbidders liggen, dan kan het contrast tussen de vergeefse hoop op redding van de componist en de zomerse lichtzinnigheid niet groter zijn.

Marente de Moor heeft met Liefdeskuren een prachtige nieuwe tekst geschreven, Van Frankenhuyzen en haar team hebben het gevoelig en intiem verbeeld. De koptelefoons waarmee de Mp3-speler is verbonden sluit ons weliswaar af van de wereld, maar opent een andere wereld, waarin het Scheveningen uit 1836 en het begin van mondain strandvermaak een boeiende rol spelen.