Claartje (Nienke Römer) houdt niet van vissen, ze vindt het vervelend als Lucas (Frederik Brom) zijn sokken laat slingeren en stormt schreeuwend de slaapkamer binnen als hun kind verschoond moet worden. Je zou hem bijna een meelevend klopje op de schouder geven. ‘We hebben met je te doen, Lucas.’ De voorstelling Liefde enzo werd geschreven door Römer en geregisseerd door Kees Prins. Het zou ‘een komedie in acht bedden’ moeten zijn. Dat met die bedden zit wel snor, maar echt komisch wordt het niet.

In de overgang van de ene scène  naar de andere verplaatst Brom het bed over het toneel, een handje geholpen door Fabian Jansen (die allerlei personages speelt in de voorstelling). Door deze verbouwingen ontstaat steeds een nieuwe setting, verandert de slaapkamer in een hotelkamer of zelfs in de oever van een visvijver. Zo creatief als wordt omgesprongen met het decor, zo weinig origineel is echter het verhaal. Het is een uitgekauwd relaas: man ontmoet vrouw, ze trouwen, er zijn irritaties, een kind, de sleur, wanhopige relatietherapie, de breuk. En dan zijn de scènes ook nog doordrongen van clichés: de seks die minder wordt, dat meneer een ‘mannenhobby’ zoekt om ‘tijd voor zichzelf’ te hebben, de avances van Lucas’ beste vriend.

Vreemd is ook het wachten van de acteurs aan de zijkant van het toneel. Tot ze zich weer in een scène mogen mengen staan ze starend aan de rand van het speelveld. Het ‘waarom’ van deze regiekeuze blijft onduidelijk en de uitvoering inconsequent – af en toe  verdwijnen de acteurs plots in de coulissen. Hierdoor leidt de wachtende outsider vooral af, wat niet bijdraagt aan de spanningsboog op het toneel. De dialogen hebben vaart, er zijn een paar leuke (tekstuele) vondsten en Jansen is hilarisch als relatietherapeut. Maar uiteindelijk is Liefde enzo een tamelijk houterige komedie die van cliché naar cliché hopt.