Vorig jaar moest Youp van ’t Hek wegens ernstige hartproblemen de try-outs van zijn nieuwe voorstelling Licht afblazen. Inmiddels is hij helemaal hersteld en is zijn nieuwe programma alsnog in première gegaan. Een bijzonder moment, des te meer omdat Licht een van de beste voorstellingen is die hij in tijden gemaakt heeft.

De meer dan levensgrote foto op het voordoek toont Youp van ’t Hek met een rode ballon. Dit beeld geeft de toon en het thema van de voorstelling goed weer: Licht is een vrolijke voorstelling waarin Van ’t Hek de lichtheid van het bestaan viert. ‘Houd het licht’, zegt hij. Maak het leven niet te zwaar, want we hebben het eigenlijk zo ontzettend goed.

Een bekend motto uit zijn werk, dat in deze voorstelling verbonden wordt aan het verhaal van zijn oude vriend Peter, een psychiater die vijfendertig jaar lang elke week met hem afsprak – niet om hem therapie te geven, maar juist zodat hij zelf stoom kon afblazen. Peter inspireerde Van ’t Hek met zijn positieve kijk op het leven.

Zoals altijd doet de verhaallijn eigenlijk niet zo ter zake en geeft het vooral aanleiding tot allerlei grappige verhalen. Over een burgerlijke vakantie naar Schotland bijvoorbeeld, of over Tooske en Bastiaan Ragas (‘Baske en Toos’) die televisietherapie geven aan ruziënde echtparen.

Van ’t Hek krijgt vaak de kritiek dat hij zichzelf niet zou vernieuwen. Altijd weer die kritiek op het burgerlijke bestaan – het ingeslapen huwelijk, de saaie kantoorbaan – en altijd weer dezelfde vorm: een dun verhaaltje over een mannelijk personage, meestal een oude vriend of een zwerver, die symbool staat voor het leven of de levenshouding die Van ’t Hek propageert. Ook Licht – met Peter als typisch Youp van ’t Hek-personage – is in dit opzicht absoluut niet vernieuwend. Maar deze keer stoort dat helemaal niet.

Dat heeft te maken met de lichte toon en de hoge grapdichtheid. Die lichte toon doet zijn vaste boodschap niet alleen minder moralistisch klinken, maar geeft hem ook de gelegenheid om te laten zien wat hij eigenlijk in huis heeft. Wat opvalt is dat hij technisch gezien nog altijd een van de beste in zijn vak is. Hij is als geen ander in staat om zijn publiek te bespelen en kan tot op de seconde nauwkeurig bepalen hoe en wanneer het publiek lacht. Ook kan hij een zaal laten exploderen zoals je dat in cabaretvoorstellingen nog maar weinig meemaakt.

Een paar jaar geleden leek hij over zijn hoogtepunt heen. Hij leek minder scherp dan vroeger en zijn boodschap leek uitgewerkt. Maar met deze voorstelling revancheert hij zich. Hij is scherper en meer ad rem dan een paar jaar geleden en laat zien dat hij met zijn tweeënzestig jaar nog altijd een van de beste cabaretiers van dit moment is.

Foto: Bob Bronshoff