Ben je een grijze muis en huil je mee met de wolven in het bos? Of weiger je een radertje in de machine te zijn, toon je lef en kies je je eigen pad? Vragen die beeldend en vocaal centraal staan in Lev, waarbij Theater Sonnevanck niet alleen samenwerkt met Silbersee maar ook met het koor Consensus Vocalis. Het resulteert in avontuurlijk muziektheater voor iedereen vanaf zes jaar.

De voorstelling komt ietwat stroef op gang. We maken kennis met het jongetje Lev, een ware plaag voor zijn ouders omdat hij als je maar even niet kijkt verdwenen is. Thuis vindt hij maar een ‘doos van vier muren vol verveling’. Hij wil naar buiten, op zoek naar het avontuur. Vader vindt moeder veel te laks en wil Lev naar het strengste internaat van het land sturen, moeder twijfelt.

Als Lev om aan het internaat te ontkomen van huis wegloopt, komt hij als eerste een groep voetbalsupporters tegen. Hun gezang is weliswaar gemakkelijk mee te zingen, maar nogal ongeloofwaardig is dat zij hem vragen wat hij later wil worden als hij groot is, waarop Lev het antwoord schuldig moet blijven. Logischer zou zijn als de supporters hem vragen voor welke club hij later wil spelen en daarop het antwoord ‘Ik weet het nog niet’ zou zijn.

Gelukkig zijn de daarop volgende scènes veel beter uitgewerkt. Achtereenvolgens ontmoet Lev een groep nijvere werkers die samen een efficiënte machine vormen om zo een bijdrage aan de welvaart te leveren en een groep matrozen die altijd wel jongens voor de grote vaart kunnen gebruiken. Na een storm belanden ze op een exotisch eiland met ‘een magiër die kan magiën’ en Lev de kans biedt om in de toekomst te kijken. Maar wil je wel alles weten als dan niets je nog kan verrassen?

Eenmaal weer thuis wordt Lev inderdaad meteen naar een internaat gestuurd, waar ‘van elke lef een laf gemaakt wordt’. Natuurlijk kan Lev daar niet aarden, ontsnapt en wordt opgenomen in een roedel wolven. Hij probeert mee te huilen, want ‘huilen is voor wolven cool’, maar op willen gaan in een groep heeft ditmaal dramatische consequenties die op even vermakelijke als ingenieuze wijze naar het slot voeren.

Wees niet bang, ga op avontuur en durf jezelf te zijn, is de boodschap van het slotlied. Een boodschap die regelmatig uit jeugdtheater naar voren komt. Wat Lev bijzonder maakt, is de wijze waarop die boodschap is verpakt in aanstekelijk muziektheater waarin staande uitdrukkingen als die in de eerste alinea niet louter in de tekst van Joachim Robbrecht letterlijk worden genomen, maar vooral visueel en vocaal worden uitgewerkt. De muziek van Wouter Snoei schiet daarbij vrolijk alle kanten op, van kwasi-Oosters tot uitbundig Zuid-Amerikaans, van pseudo-opera tot hiphop.

In de regie van Flora Verbrugge krijgen de zangers alle ruimte om waar mogelijk volkomen over the top te gaan. Ook Lev, overtuigend gespeeld en gezongen door Brechtje Kat, is vanaf het begin als een straatschoffie vol lef en branie, maar krijgt al snel ook momenten om meer ingetogen te spelen: grote mond, klein hartje. Vader en moeder worden daarbij opzettelijk zwart-wit in twee tegenstrijdige kampen geplaatst en zijn voor zowel zesjarigen als volwassenen herkenbaar. Net zoals Verbrugge in elke groep die Lev tegenkomt een duidelijke leider laat zien die door de rest gekopieerd en naar de mond wordt gepraat danwel gezongen.

Lev is niet zo overrompelend als Wij gaan op berenjacht, de eerdere samenwerking van Sonnevanck en Silbersee, maar opnieuw een overtuigend pleidooi voor muziektheater voor iedereen, waarbij door de inbreng van Consensus Vocalis de groepsscènes meteen de hele zaal meekrijgen.

Foto: Sanne Peper