Een week geleden besloot Chokri Ben Chikha – tijdens de Staat van het Theater op de opening van het Nederlands Theater Festival – zijn pleidooi voor theater met meer maatschappelijke impact, door te suggereren dat hij zichzelf in brand zou steken. Hij goot de inhoud van een jerrycan over zich uit en vroeg het publiek om een vuurtje. De Fringevoorstelling Let maar niet op mij van theatermaker Florian Slangen sluit daar naadloos op aan: Slangen gaat proactief op zoek naar een daadkrachtig theatraal statement om als kunstenaar meer effect in de maatschappij te sorteren.

Let maar niet op mij is een geestige performance over de zin en onzin van activistisch theater en de rol van de kunstenaar daarin. In een satirisch relaas wijdt Slangen uit over zijn wens om met theater een maatschappelijk zichtbare daad te stellen. ‘Ik wil graag politiek geëngageerd theater maken’, zegt hij. ‘Een voorstelling met thematiek en zo.’ Hij fantaseert – om zijn bizarre logica te illustreren – hoe hij op de Ramblas in Barcelona zeven vluchtelingen met elk een Afghaanse windhond tevoorschijn laat komen, en hoe hij vervolgens een van de honden de keel doorsnijdt. ‘Dan gáát het ergens over.’

In vijftien minuten toont Slangen zich een sympathiek performer die het publiek met aanstekelijk enthousiasme meekrijgt in zijn relaas. De voorstelling blijft inhoudelijk wel aan de oppervlakte steken. Slangen parodieert zichzelf weliswaar, maar stelt zijn (activistische én artistieke) motieven nergens echt ter discussie. De guitige speelstijl lijkt Slangen bovendien op het lijf geschreven en krijgt nergens iets kwetsbaars of iets echt gevaarlijks. Daardoor verwordt de voorstelling meer tot een geinige pop-up act.

Slangen speelde de voorstelling eerder dit jaar op het Café Theater Festival in Utrecht. Ik kan me voorstellen dat het inhoudelijke hiaat in een rumoerig, volgepakt café minder storend is dan met de kijkconcentratie in een theaterzaal.