Cabaret wordt interessant als de maker ervan in staat is je erop attent te maken dat je best anders naar de werkelijkheid kan kijken. Een wereld waarin hij of zij zelf al met een scheve blik rondloopt. Het is echt niet zo heel ingewikkeld: met een paar eenvoudige omkeringen en een dosis humor zijn de poten onder je stoel vandaan gezaagd; een stoel waarin jij net lekker in onderuit was gezakt, met al je zekerheden, patronen en aannames.

Comedian en cabaretier Peter Pannekoek loopt in zijn tweede ‘avondvullende’ programma Later was alles beter echt niet voortdurend te zagen. Daarvoor is hij te veel de comedian die wil scoren en een zaal met losse, simpele grappen om de vinger wil winden. En ja, soms zijn die aan de makkelijke kant. En hij springt vooral in de eerste helft zodanig van de hak op de tak om die grappen te kunnen maken, dat we regelmatig de weg moeten zoeken die Pannekoek bij de start aangaf te zullen gaan lopen.

Een start die is vormgegeven als het einde van dit programma, want elk eind is een nieuw begin. Je leven is een cirkel, je komt voortdurend in situaties terecht waarin je al eerder was. Het fraaie van deze door Ruut Weissman geregisseerde voorstelling is, dat de gids wel zijweggetjes inslaat, maar je wel degelijk op het padje houdt. En hij maakt zowaar op een speelse manier wat roest los in je hoofd. Roest die het denken over macht en misbruik ervan, rolpatronen, stereotypen, goede en slechte mensen, oordelen en veroordelen en superioriteitsgevoelens bewegingsloos heeft gemaakt.

In Later was alles beter gaat het over de ‘tussentijd’. Een tijd zoals nu, waarin het oude aan het sterven is, terwijl het nieuwe nog niet is geboren. Een tijd die onzeker maakt. Tussentijden zijn van alle eeuwen en het waren tijden van revolutie en revolutie maakt slachtoffers. De vraag is: wie zijn in deze tijd die slachtoffers? Pannekoek haalt de #MeToo-discussie erbij, omdat het hierin zo helder lijkt. Maar dat is het niet. Het is niet: man misbruikt macht, is dus slecht…, aan de schandpaal ermee, punt.

Je kunt, vindt de cabaretier, niet zomaar met het morele bewustzijn van nu, klakkeloos oordelen over het verleden. Dat maakt alles kapot. Dan zou hijzelf ook niet loyaal zijn gebleven aan zijn regisseur die een van degenen was die in dit #MeToo-tijdperk werd vermalen.  Ieder mens heeft ‘een randje’ en als je die erkent, maak je ruimte voor mededogen. De ‘tussentijd’ is een uitgelezen tijd stereotypen en oeroude aannames te laten sterven. Je van je roest in je kop te verlossen.

Nee, Later was alles beter is geen zware kost, mocht dat zo lijken. Pannekoek prikkelt, gooit er op tijd een lachwekkend verhaal tussendoor en geeft alles een luchtige saus. Ook als hij de vrouwen smeekt ‘om het over te nemen’, omdat de mannen smachten te worden verlost van de macht en de daarbij komende corruptie en verleidingen. ‘Neem het over in de relaties, op de werkvloer, in de politiek. En begin in bed.’ De comedian is op z’n best als hij de hilariteit met een rafelrand kan serveren. Pannekoek wordt de held van alle mannen in de zaal met zijn ‘aanklacht’ tegen vrouwen en hun passieve rol tussen de lakens en zijn oproep: ‘doe eindelijk zelf eens iets, wordt zelf ook eens moe, in plaats van alleen aanwijzingen te liggen geven!’  De vrouw voor me in de rij werd er onrustig van en hoopte zo te zien op een bemoedigend lachje dat haar van deze blaam zou vrijpleiten. Tevergeefs.

Foto: Hans Peter van Velthoven