Een warme glans licht op van de houten vloer en het goudkleurige foam van de matten waarmee lage banken rond de speelvloer zijn bekleed. Het publiek, dat gevraagd is zijn schoenen uit de doen voor binnenkomst, nestelt zich in kleermakerszit tegen de wanden en de banken. Sommigen gaat dat makkelijker af dan anderen. Het zorgt voor geannimeerde gesprekken tussen de bezoekers van Landing on Feathers tijdens festival Beyond de Black Box. Maar wanneer de deur dichtgaat, hult de zaal zich onmiddelijk in een diep stilzwijgen.

Performer Nica Roses begint te draaien rond zijn eigen as en door de ruimte. Als hij na een aantal minuten zijn publiek aanspreekt over hoe het hem vergaat al draaiende, roept dat een boel gegiechel op. Een danser die spreekt is ongebruikelijk. We zitten in een omgebouwde vergaderzaal, met laag plafond en witte muren. Ook dat is ongebruikelijk. Alles is zichtbaar en hoorbaar, alle lichamen zijn vergelijkbaar aanwezig.

Roses vertelt hoe hij ooit in gesprek met collega Jija Sohn het draaien als praktijk invoerde om zijn gemak te vinden. Dat het hem in staat stelt een bepaalde eerlijkheid te betrachten in zijn werk als performer. Dat hij moeite heeft opdrachten uit te voeren, met kritiek om te gaan, dat kritiek hem humeurig maakt. Roses heeft zich gerealiseerd dat hij zeer competitief is, maar dat kunst en competitie geen goede combinatie zijn. Hij vertelt hoe hij ooit een goede zwemmer was, danser werd, maar om te overleven allerlei baantjes deed, sekswerker was, zijn arm brak en onverzekerd was, ‘giving massages with a broken arm, that is sad’.

Medeperformers Jija Sohn en Aleksandra Lemm hebben zich dan al in het gesprek gemengd, zittend tussen het publiek. Ook Elmar Kouwenberg blijkt aanwezig. Hij is sinds achtentwintig jaar verlamd en kan zich niet zonder hulp bewegen tussen bed, bank, wc en douche. Met gevoel voor humor ontspint zich een gesprek over de zorgpraktijk die de dansers doen met Kouwenberg en wat het betekent om het verlengstuk van andermans lichaam te worden.

Sohn vertelt hoe zij, in tegenstelling tot het gemak van Roses, maandenlang zenuwachtig bleef in het werk met Kouwenberg. Terwijl ze op de vloer ligt en Lemm haar ledematen losschudt van de romp, probeert Roses met Kouwenberg te reconstrueren hoe hun verhouding uiteindelijk verbeterde door een gesprek over haar afwachtendheid. ‘Ik dacht dat het jouw Japanse cultuur was. Ik legde de dingen uit, maar je snapte het gewoon niet. Ik was te ongeduldig.’

Het verschil tussen de ontspanning van Roses en de zenuwen van Sohn wordt heel terloops gebracht, maar spiegelt bredere thema’s van gemak en ongemak. De realiteit van de hulp wordt verbonden met andere parktijken als sekswerk en dans. Wat betekent die spookachtige kwaliteit van een instrument zijn, er zijn voor zover je goed functioneert in de ogen van een ander, en wat heeft dat te maken met vervangbaarheid?

Als de dansers uiteindelijk met constellaties elkaars lichaam in de lucht houden en verplaatsen, terwijl de geluidsmix van Abel Kroon met zachte, vaak natuurlijke ritmes de stilte na de gesprekken vult, valt op hoe zich een enorme ontspanning van de zaal heeft meester gemaakt. In gedachten verzonken, maar ook totaal met hun lichaam verbonden – althans zo lijkt het – kijkt het publiek naar een contactimprovisatie, wat toch een zeldzaamheid mag genoemd worden.

Sohn stelt dan voor dat we met iemand naast ons een bepaalde somatische oefening doen. Het ontspant en maakt de toeschouwer  bewust van zijn eigen lichaam en dat van de ander. Deze sessie breidt zich uit naar de speelvloer waar het publiek gevraagd wordt de goudkleurige matten over hun hoofden te tillen en er samen een eiland van te maken midden op de vloer. Neergezeten tussen de rommelige vormen van de matten en de lichamen, worden er veertjes verspreid die de bezoekers al blazend in de lucht houden.

Net als in de voorstellingen van Robbert&Frank Frank&Robbert, Salomé Mooij en Charlotte Goesaert tijdens deze editie van Beyond the Black Box is het in Landing on Feathers een combinatie van humor en ernst, van een heel persoonlijk realisme met dramaturgische strategieën en een minimale vormgeving, die maken dat de paradoxen van een geëmancipeerd zelfbeeld in relatie tot intimiteit en zorg naar boven komen.

Aan traditionele maatschappelijke analyse doen de voorstellingen niet, of alleen indirect. In plaats daarvan proberen ze de toeschouwer aan te zetten tot reflectie op gevoel voor het eigen en andermans handelen. Verschillende blikken worden tastbaar gemaakt, en soms ontstaat er enige ruimte om het alternatieve samen te oefenen. De voorstellingen heffen de veilige ruimte van het theater in de zwarte doos op, verkleinen de afstand tussen de lichamen, verbinden contemplatie met actie en zetten via allerlei vormen en gradaties van participatie aan om alternatieve manieren van kijken en samen doen in praktijk te brengen, al is het maar voor een kort moment.

Het is minder spectaculair dan je misschien van de provocatieve traditie in de performance en het fysieke theater zou verwachten. Het gaat eerder over het heruitvinden van de menselijke maat, over het hervinden van een zorgzame en zorgvuldige verhouding tot jezelf en anderen, in een door neoliberalisme op drift geraakte, globale wereld.

Foto: Lorenzo Bacchin

Credits

concept Jija Sohn, Alexandra Lemm and Julia Reist performance Jija Sohn, Alexandra Lemm and Nica Roses regie Jija Sohn onderzoek Jija Sohn, Alexandra Lemm, Nica Roses, Julia Reist and Elmer Kouwenberg dramaturgie Julia Reist muzikale compositie Abel Kroon scenografie en fysiek advies Sebastian Belmar stemadvies Alessio Castellacci coproductie DansBrabant, SPRING Performing Arts Festival, Kaaitheater, VIERNULVIER, Be My Guest, Theaterfestival Boulevard, WPZimmer, ICK Dans Amsterdam/Space for Dance Art, Dansateliers, Festival CEMENT residenties Kunstencentrum BUDA, WPZimmer, ICK Dans Amsterdam/Space for Dance Art en de Brakke Grond