Hoewel ze weinig opvallen in de superdiverse stad, huist de grootste gemeenschap van Belgisch-Amerikanen in Detroit. In de multimediale documentairevoorstelling Land vertellen de Vlaamse makers van The Space Between het verhaal van deze ontheemde groep migranten. Het resultaat is een fascinerende kennismaking met deze minder bekende Amerikaanse bevolkingsgroep.

De drie schermen op het podium tonen beelden van de typische huizen die de Amerikaanse suburbs hun kleinburgerlijke imago geven. Maar in plaats van de the stars and stripes hangt in deze buurt de Vlaamse driekleur uit. Voor ons een bijna surreëel gezicht, maar voor de Belgisch-Amerikanen die hier gezeteld zijn, is het de gewoonste zaak ter wereld. Rond het Cadieux Café in Detroit, Michigan, wonen de derde en vierde generatie migranten van Belgische komaf. Als deel van haar doctoraat over auditieve verbeelding deed audiokunstenaar Katharina Smits onderzoek naar deze bijzondere gemeenschap in het voormalige hart van de Amerikaanse auto-industrie. Ze werd daarin bijgestaan door videokunstenaar Ingrid Leonard en muzikant Inne Eysermans, en zij vertaalden deze zoektocht samen met de Detroitse kunstenaars Marsha Music, Wayne Juuni en Desmond Love naar de multimediale documentairevoorstelling Land.

De makers van The Space Between brengen de gemeenschap op fascinerende wijze aan het licht. De beelden (gemaakt door Juuni en Love) tonen een stuk van Detroit dat met haar wijde straten, witte garagedeuren en alomtegenwoordigheid van allerhande vlaggen onmiskenbaar Amerikaans is, maar waar de Belgische invloeden steeds weer om de hoek kijken. Het rood-wit-blauw van de iconische bowlinguniformen is ingeruild voor het zwart-geel-rood van onze zuiderburen, in plaats van een felroze plastic flamingo staat een replica van Manneke Pis in de voortuin, en een deel van de buurt bestaat uit baksteenrode huizen die zo in Vlaanderen hadden kunnen staan. De manier waarop de Belgisch-Amerikaanse gemeenschap omgaat met haar overzeese geschiedenis en invloeden is er een die je vaker ziet bij Amerikanen van Europese komaf: een (extreme) trots op de Vlaamse historie en cultuur, geuit in een overdadigheid aan Vlaamse vlaggen, zwarte leeuwen en andere huis- en straatdecoratie die in hun uitbundigheid tonen dat de Amerikaanse invloed nog altijd aanwezig is.

In de gesprekken die Smits met de buurtbewoners voert sijpelt een zekere tragiek door die ook al voelbaar was in de beelden van de buurt. Aan de liefde voor België en haar cultuur is niets gelogen: de locals voelen hier daadwerkelijk enorm veel liefde en belangstelling voor, hoe performatief de onvermijdelijke aanwezigheid van Belgische iconografie ook aanvoelt. Het feather bowling, wat wekelijks in het Cadieux Café gespeeld wordt, mag dan een verbastering zijn van het Vlaamse krabol, voor de Belgisch-Amerikaanse gemeenschap blijft het een oprechte viering van hun roots.

De schoonheid en pijn van de ongeveinsde verbintenis die zij voelen met de cultuur van een land dat ruim 6000 kilometer van hen vandaan ligt, wordt het beste belichaamd door featherbowlingfanaat en portretschilder Jerome Lemen. Wanneer hij tegen het einde van de voorstelling voor het eerst voet zet in de Vlaamse plaats waar zijn familie twee generaties eerder vandaan emigreerde, maakt de emotie zich van hem meester en houdt hij het niet droog. Het toont de hunkering die vrijwel elke migrantengemeenschap in zich draagt naar een gedeelde geschiedenis en cultuur die hen verbindt, een onvermijdelijk gemis wanneer jouw familie (nog) geen deel uitmaakt van de historie van het land waar zij naar verhuisd zijn. De soundscape (live vertolkt door Eysermans) benadrukt dit onbehagen, door middel van elektronische klanken en melodieën die een zekere onrust uitdragen en zo het gevoel van ontheemding dat in de gesprekken en beelden schuilt, onderstreept.

Op meerdere momenten wordt Land onderbroken door de zwarte dichteres Marsha Music. Zij schreef voor de voorstelling een lang en schitterend gedicht over de zoektocht van de de drie makers in Detroit, gekaderd binnen de in Europa veelal onbekende en onvertelde geschiedenis van Detroit. De historie van Motown toont eeuwen aan onversneden racisme, van de structurele uitbuiting van de zwarte bewoners in haar hoogtijdagen en het verjagen van de Huron-, Odawa en Potawami-volkeren door de eerste kolonisten tot de rassenscheiding waar vluchtelingen voor de Jim Crow-wetten uit het zuiden alsnog aan onderworpen werden.

Eeuwen aan institutioneel racisme en uitsluiting heeft ervoor gezorgd dat Detroit nog altijd een van de meest segregeerde steden van Amerika is. Music draagt het gedicht krachtig in spoken word voor en is een noodzakelijke toevoeging op de meer onschuldige en vrolijke wijze waarop de Belgisch-Amerikaanse gemeenschap in de rest van de voorstelling benaderd wordt. Musics verhaal is een voortdurende herinnering dat om de tumultueuze geschiedenis van Detroit eer aan te doen, deze lelijke kanten ook moeten worden belicht.

Het is dan ook precies de reden waarom het intrigerende verhaal van de Belgische Amerikanen tegen het einde steeds meer begint te wringen. Hoe vaker Music de geschiedenis aanvult, des te meer de rol van de Belgisch-Amerikaanse gemeenschap in deze raciale problematiek schittert door afwezigheid. Zo vertelt Music dat de hoogtijdagen van Detroit gevolgd werden door een gigantische economische crash, gepaard met een grote uitstroom van werkers uit de binnenstad. De arbeiders verhuisden naar de rand van de stad en voor de nieuwe gemeenschappen die hier gevormd werden, maakte de precieze Europese afkomst niet langer uit, als de buurtbewoners maar wit waren.

De zwarte Detroiters werden zo ook in de nieuwe wijken uitgesloten. Deze geschiedenis komt in brede, algemene termen aan bod, maar de mate waarin de Vlaamse migrantengemeenschap destijds hier ook aan deelgenomen heeft blijft onbenoemd. Het vermoeden rijst dat Smits deze vraag bewust heeft vermeden tijdens haar gesprekken met de omwonenden van Cadieux Hall, gezien hoe gevoelig de kwestie van het potentieel racistische verleden van iemands familie nog altijd ligt in Amerika. Hoewel het voor de veelal gemoedelijke inhoud van de voorstelling een begrijpelijk keuze is, maakt het ontbreken ervan toch nieuwsgierig naar een voorstelling waarin deze spanning meer opgezocht wordt.

Land is een intrigerende documentairevoorstelling geworden en weet een fijne balans te vinden tussen de absurditeit en de schoonheid van de veramerikaanste Vlaamse cultuur. Ondanks de pijnlijke afwezigheid van de minder mooie kanten van de geschiedenis, hebben de makers van The Space Between een fascinerend portret van de veelal onbekende gemeenschap van Belgisch-Amerikanen in Detroit gemaakt.

Foto: Siska van de Casteele