Disclaimer voor opera-aficionados: deze recensie is geschreven vanuit de blik van een musicalcriticus. Want laten we wel wezen, Lady in the dark is een musical. Niet zo’n geïntegreerde, weliswaar, als het ideaal was in de tijd waarin de oorspronkelijke productie het licht zag (1941), maar wel een die zich bedient van een rijk palet aan populair-klassieke muziekinvloeden in de geest van Broadway.

Lady in the dark werd op instigatie van scriptschrijver Moss Hart geafficheerd als een play with music. Inderdaad worden de gesproken scènes scherp afgewisseld met enkele doorgecomponeerde droomsequenties, die een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van het hoofdpersonage Liza (Maartje Rammeloo). Zij is hoofdredacteur van een modetijdschrift en worstelt met paniek en stress. Ze twijfelt over haar relatie met haar getrouwde uitgever Kendall (Jeremy Finch White) en reageert aarzelend op de avances van filmster Randy (Quirijn de Lang). En dan is er nog haar werknemer Charley (Elliott Carlton Hines) die zo op Liza’s zenuwen werkt dat ze een presse-papier naar zijn hoofd heeft gesmeten.

Je kan het Liza ook moeilijk kwalijk nemen dat ze niet zoveel kan met de mannen in kwestie, die weinig (in het geval van Finch White: geen enkele) voelbare chemie met Rammeloo tentoonspreiden. Ronduit seksistisch is Charley, die Liza kleinerend aanspreekt met ‘boss lady’. Vermaningen van haar kant beantwoordt hij met een betuttelend ‘my, my’, of – erger nog – ‘rage is a good substitute for sex, isn’t it?’.

Jammer dat regisseur Anna Pool dit seksisme niet heeft weg geregisseerd – het maakt de uiteindelijke toenadering tussen de personages weinig invoelbaar. Pool maakte daarentegen wel de sterke keuze om Liza een gelijkwaardige gesprekspartner te geven in de vorm van Dr. Brooks (oorspronkelijk een mannenrol), bijzonder aangenaam gespeeld door Sylvia Poorta. Deze psychotherapeut helpt Liza om zichzelf beter te begrijpen aan de hand van haar dromen.

In droomsequenties wordt visueel en muzikaal uitgepakt en waant de toeschouwer zich in de wereld van de klassieke filmmusical. Er is een weelde aan prachtig gedetailleerde en gevarieerde kostuums van Madeleine Boyd. De muziek van componist Kurt Weill fonkelt en zwiert als een Amerikaanse filmscore, vol pathos en smachtende violen. Alleen al het rijkgeschakeerde geluid dat de philharmonie zuidnederland onder leiding van David Stern uit de orkestbak laat opstijgen en de stevige, gelaagde koorzang maken deze productie tot een feest – in het bijzonder voor de musicalliefhebber, die het doorgaans zonder zulke muzikale weelde moet stellen.

Het is de dans waarin deze Lady in the dark tekortschiet. Het ensemble van Opera Zuid is duidelijk niet gewend aan flitsende choreografieën en beweegt wat houterig, waarbij het zich in sommige groepscènes haast ophoopt tot een kluwen. Het vijftal professionele dansers dat is toegevoegd aan het gezelschap doet zijn best, maar kan met de rest van de uitvoerenden niet heel veel maken van de soms bijna knullige, zich nu en dan letterlijk over de grond voortslepende choreografieën van Rebecca Howell, die het vooral moeten hebben van losse gebaren en bescheiden pasjes. Dat is zonde, want Weills jazzy compositie verdient bij uitstek triple threats die het podium bestijgen met een grande jeté; ze laat expliciet ruimte voor dansduo’s die als Fred Astaire en Ginger Rogers over het toneel moeten zwieren, voor spetterende tapsolo’s en grootscheepse sequenties in de geest van Busby Burkeley.

Het patroon dat Liza ontwaart aan de hand van haar dromen en het muzikale motief dat als een rode draad door het gehele stuk heen loopt, is niet bijster opzienbarend (en Joost mag weten wat Dr. Brooks bedoelt als ze vaststelt dat Liza, in de woorden van Moss, bang is ‘to compete as a woman’). Dat neemt niet weg dat Lady in the dark uiteindelijk een vrouw toont die de moed heeft om aan zichzelf te werken en zich op die manier bevrijdt van het juk van haar mentale verwondingen en het tijdsgewricht. Die ontwikkeling gun je Liza, en meer vrouwelijke personages in de doorgaans conservatieve kunstvorm waarin ze zich beweegt, van harte.

Foto: Bjorn Frins